Les 9

(9 januari)

Ik zie niets zoals het nu is.

1. Dit idee volgt zonneklaar uit de twee voorgaande. Maar terwijl je dit misschien verstandelijk kunt aanvaarden, is het onwaarschijnlijk dat het nu al iets voor jou betekent. Begrip is op dit ogenblik echter niet noodzakelijk. In feite is de erkenning dat je iets niet begrijpt een eerste vereiste voor het ongedaan maken van je onware ideeën. In deze oefeningen gaat het om beoefening, niet om begrip. Je hoeft niet te oefenen wat je al begrijpt. Het zou inderdaad onlogisch zijn aan te sturen op begrip en tevens aan te nemen dat je het al bezit.

 

2. Het is voor de ongetrainde denkgeest moeilijk te geloven dat wat hij zich als beeld lijkt te vormen, er niet is. Dit idee kan bepaald verontrustend zijn en op hevige weerstand stuiten, in velerlei vorm. Maar dat belet de toepassing ervan niet. Meer wordt er voor deze en alle andere oefeningen ook niet gevraagd. Elke kleine stap zal een beetje van de duisternis opruimen, en tenslotte zal begrip ieder hoekje van de denkgeest komen verlichten, die gezuiverd is van de rommel die hem verduistert.

 

3. Deze oefeningen, waarvoor drie of vier oefenperioden voldoende zijn, houden in dat je om je heen kijkt en het idee van vandaag toepast op alles wat je ziet, waarbij je de noodzaak dat het willekeurig moet worden toegepast, en de onmisbare regel dat niets wordt uitgesloten, in gedachten houdt. Bijvoorbeeld:

 

Ik zie deze schrijfmachine niet zoals die nu is.

Ik zie deze telefoon niet zoals die nu is.

Ik zie deze arm niet zoals die nu is.

 

4. Begin met de dingen die het dichtst bij je zijn, en breid dan je blikveld uit:

 

Ik zie die kapstok niet zoals die nu is.

Ik zie die deur niet zoals die nu is.

Ik zie dat gezicht niet zoals dat nu is.

 

5. Nogmaals wordt benadrukt dat, terwijl alles insluiten niet moet worden nagestreefd, uitdrukkelijk iets uitsluiten dient te worden vermeden. Zorg ervoor dat je eerlijk bent met jezelf in het maken van dit onderscheid. Je kunt in de verleiding komen het te verdoezelen.


Toelichting:

Als we alleen het verleden zien en onze denkgeest in beslag wordt genomen door voorbije gedachten, dan is het duidelijk dat we niets zien zoals het nu is. Het is bemoedigend dat deze les vervolgens zegt: “Maar terwijl je dit misschien verstandelijk kunt aanvaarden, is het onwaarschijnlijk dat het nu al iets voor jou betekent” (1:2).

 

De Cursus erkent het aanzienlijke verschil tussen het verstandelijk aanvaarden van een idee en het werkelijk begrijpen ervan, waardoor het deel van ons kan worden. Dit is vergelijkbaar met de verschillende fasen van rouw wanneer een dierbare sterft. Onmiddellijk na het overlijden kunnen we misschien verstandelijk aanvaarden dat onze geliefde er niet meer is, maar we beseffen dit nog niet echt en hebben het nog niet verwerkt. Het kost tijd om de werkelijkheid door te laten dringen.

 

Op dezelfde manier verloopt de aanvaarding van het idee dat we niets zien zoals het nu is. Het kan enige tijd duren voordat de betekenis van dat feit werkelijk door begint te dringen. Gelukkig benadrukt deze les dat begrijpen in deze fase niet noodzakelijk is. In feite is het juist noodzakelijk om toe te geven dat we het niet begrijpen! Je zou kunnen zeggen dat één van de dingen die we uit deze les kunnen halen de erkenning is dat we het niet begrijpen!

 

In deze oefeningen gaat het om beoefening, niet om begrip. Je hoeft niet te oefenen wat je al begrijpt (1:5-6).

 

Sommige mensen vinden misschien dat het geen zin heeft om te werken met een idee dat je niet volledig begrijpt of gelooft. Er wordt wel eens gevraagd: Hoe kan ik werken met een les zoals “Ik ben de heilige Zoon van God Zelf” (WdI.191.t) als ik dat niet geloof? Het antwoord luidt: als je dat al zou geloven zou je die les niet hoeven te doen! De oefeningen dienen juist om het te gaan begrijpen of geloven.

De erkenning van onze onwetendheid is van essentieel belang om te kunnen leren. Zonder deze erkenning staat ons vermeende begrip het leren in de weg. Wanneer dus een les zoals deze, die zegt: “Ik zie niets zoals het nu is”, je tegen de haren instrijkt of je het gevoel geeft dat je echt niet weet waar het over gaat, geef dan gewoon toe dat dit is wat je voelt. Maak niet de fout om te doen alsof je het al begrijpt terwijl dat niet zo is. De lessen zijn ontworpen met onze onwetendheid in gedachten.

 

Het is voor de ongetrainde denkgeest moeilijk te geloven dat wat hij zich als beeld lijkt te vormen, er niet is (2:1).

 

Moeilijk? Nagenoeg onmogelijk lijkt er meer op. Het idee is verontrustend. De meesten van ons zullen zich er op de een of andere manier actief tegen verzetten. Dat is oké. Het hoeft je er niet van te weerhouden de lessen toch toe te passen en dat is alles wat van ons wordt gevraagd. Lees in dit verband de laatste twee paragrafen van de Inleiding op het Werkboek nog een door. Doe de oefeningen gewoon, ook als je verstand zich tegen het idee van deze les verzet. Ze zullen evengoed het gewenste resultaat opleveren. Houd in gedachten wat deze les zegt over elke kleine stap, die een beetje van de duisternis zal opruimen totdat begrip ieder hoekje van de denkgeest zal verlichten (2:5). De Cursus zegt nergens dat we snel verlicht zullen zijn, maar wel dat verlichting voor ieder van ons op elk moment mogelijk is, als we ons daarvoor open zouden stellen; dat verlichting dichterbij is dan onze handen en voeten. Hij zegt echter ook dat het veel langer duurt om ons open stellen dan om de denkgeest uiteindelijk volledig te transformeren:

 

Aan de overgrote meerderheid wordt een zich langzaam ontvouwend opleidingsprogramma gegeven, waarin zoveel mogelijk eerder gemaakte vergissingen worden gecorrigeerd. In het bijzonder dienen relaties op de juiste manier te worden bezien en moeten alle donkere hoekstenen van niet-vergevingsgezindheid worden weggenomen (H9.1:7-8).

 

De norm is dus “een zich langzaam ontvouwend opleidingsprogramma”. Maak je dus niet druk, alsof je een bepaalde deadline moet halen. Neem de dingen in het tempo waarin ze zich aandienen en werk met de oefeningen in dit Werkboek. Wees tevreden met je groei zoals deze zich voltrekt. Maak je geen zorgen als je morgen nog niet alles begrijpt.

 

De oefening van vandaag is weer bedrieglijk eenvoudig. Hoe kan een uitspraak zoals “Ik zie dit computerscherm niet zoals het nu is” mij helpen? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat, hoe vaker ik het herhaal, hoe aannemelijker het lijkt te zijn. Misschien is dat ook voldoende. Ik weet ook dat het mij helpt als ik in een beangstigende of verwarrende situatie zeg: “Ik zie deze situatie niet zoals ze nu in werkelijkheid is”. Ik kan mezelf geruststellen met de gedachte dat wat ik zie en mijn angst of verwarring lijkt te veroorzaken, geen werkelijkheid is. Ik heb geen idee wat wél werkelijk is, maar het helpt me om te weten dat wat ik zie dat in elk geval niet is.

 

Uiteraard is dit idee minder geruststellend als ik het toepas op iets wat ik prettig vind: “Ik zie deze romantische relatie niet zoals ze nu is”... Hmmm, ik weet niet of ik dat wel leuk vind. Maar het betekent niets anders dan dat ik mijn vaste vertrouwen in wat ik zie begin los te laten. De les doet haar werk, ook als ik haar niet volledig begrijp of niet prettig vind.


Oefeninstructies:

DOEL

Ongedaan maken van de illusie dat je dingen begrijpt en, door het opheffen van deze blokkade, werkelijk begrip de gelegenheid geven om in je denkgeest te dagen.

 

OEFENING

Drie of vier keer, gedurende een minuut.

 

Kijk om je heen en pas het idee van vandaag toe op alles wat je ziet, zonder onderscheid te maken of iets uit te sluiten.

Begin met de dingen in je directe omgeving: “Ik zie deze (telefoon, arm, enzovoort) niet zoals die nu is”.

Breidt je waarnemingsveld dan uit: “Ik zie (die deur, dat schilderij, enzovoort) niet zoals die/dat nu is”.

 

OPMERKING

Misschien kun je dit idee wel accepteren, maar waarschijnlijk nog niet echt begrijpen. Dat wordt ook niet van je verwacht. Begrip is geen eerste vereiste voor deze oefening, het is het doel van de oefening. Oefen dus gewoon het idee, ook als je het niet begrijpt, het storend vindt of je er zelfs tegen verzet.