Les 165

(14 juni)

Laat mijn denkgeest de Gedachte van God niet afwijzen.

1. Wat anders doet deze wereld werkelijk lijken dan jouw eigen ontkenning van de waarheid die erachter ligt? Wat anders dan jouw denken over ellende en dood verduistert het volmaakte geluk en het eeuwige leven dat jouw Vader voor jou wil? En wat behalve illusie kan verbergen wat niet kan worden verhuld? Wat kan van jou weghouden wat jij al hebt behalve jouw eigen keuze om het niet te zien en te ontkennen dat het er is?

 

2. De Gedachte van God heeft jou geschapen. Ze heeft jou niet verlaten en evenmin ben jij ooit maar een moment van haar gescheiden geweest. Ze behoort jou toe. Door haar leef je. Ze is jouw Bron van leven en houdt jou in eenheid met zich verenigd, en alles is één met jou omdat zij jou niet verlaten heeft. De Gedachte van God beschermt je, zorgt voor je, maakt je rustplaats zacht en effent je weg, en verlicht jouw denkgeest met liefde en geluk. Eeuwigheid en oneindig leven stralen in je denkgeest, omdat de Gedachte van God jou niet verlaten heeft en nog steeds bij jou vertoeft.

 

3. Wie zou zijn veiligheid en vrede, zijn vreugde, zijn genezing en zijn innerlijke rust, zijn stille vredigheid en zijn kalm ontwaken afwijzen, als hij slechts inzag waar die verbleven? Zou hij zich niet onmiddellijk klaarmaken om daarheen te gaan waar ze te vinden zijn, en al het andere in vergelijking hiermee als waardeloos van de hand wijzen? En als hij ze gevonden heeft, zou hij er dan niet voor zorgen dat zij bij hem blijven en hij bij hen blijft?

 

4. Wijs de Hemel niet af. Hij is van jou vandaag, mits je erom vraagt. Je hoeft niet te zien hoe groot de gave is of hoezeer je denken veranderd zal zijn, voor hij tot jou komt. Vraag om te ontvangen en hij wordt je gegeven. Hierin ligt overtuiging. Tot jij hem als het jouwe verwelkomt, blijft de onzekerheid. Maar God is rechtvaardig. Zekerheid is niet vereist om te ontvangen wat alleen jouw aanvaarding schenken kan.

 

5. Vraag vol verlangen. Je hoeft niet zeker te zijn dat jij om het enige vraagt wat jij wilt. Maar wanneer je ontvangen hebt, zul jij zeker zijn dat je de schat hebt die jij altijd hebt gezocht. Waartegen zou je die dan willen ruilen? Wat zou jou er nu toe kunnen bewegen die uit jouw verrukte ogen te laten verdwijnen? Want wat jij dan ziet bewijst dat jij jouw blindheid voor de ziende ogen van Christus hebt verruild, dat jouw denkgeest afwijzing nu terzijde heeft gelegd, en hij de Gedachte van God als jouw erfgoed aanvaardt.

 

6. Nu ligt alle twijfel achter je, is het eind van de reis verzekerd en verlossing jou gegeven. Nu ligt de macht van Christus in jouw denkgeest, om te genezen zoals jij genezen werd. Want nu ben je één van de verlossers van de wereld. Jouw bestemming ligt daar en nergens anders. Zou God toestaan dat Zijn Zoon eeuwig hongert door zijn afwijzing van het voedsel dat levensnoodzaak voor hem is? Overvloed huist in hem en ontbering kan hem niet afsnijden van Gods voedende Liefde, noch van zijn thuis.

 

7. Oefen vandaag vol hoop. Want hoop is voorwaar gerechtvaardigd. Jouw twijfels zijn zonder betekenis, want God is zeker. En de Gedachte van Hem is nooit afwezig. Zekerheid moet ongetwijfeld in jou huizen, jij die Zijn gastheer bent. Deze cursus neemt alle twijfels weg die jij gesteld hebt tussen Hem en jouw zekerheid over Hem.

 

8. We rekenen op God en niet op onszelf, om ons zekerheid te geven. En in Zijn Naam oefenen we, zoals Zijn Woord ons dat aangeeft. Zijn zekerheid ligt achter al onze twijfel. Zijn Liefde blijft aanwezig achter al onze angst. De Gedachte van Hem verblijft nog altijd achter alle dromen en in onze denkgeest, overeenkomstig Zijn Wil.


Toelichting:

Deze les en die van morgen zijn zeer bemoedigend, evenals die van gisteren en overmorgen. De Cursus probeert ons deze dagen voorbij het punt van aarzeling te brengen en ons te motiveren een verbintenis aan te gaan:

 

Wat anders doet deze wereld werkelijk lijken dan jouw eigen ontkenning van de waarheid die erachter ligt? ..... Wat kan van jou weghouden wat jij al hebt behalve jouw eigen keuze om het niet te zien en te ontkennen dat het er is? (1:1,4).

 

Ken Wilber, de auteur van diverse boeken over transpersoonlijke psychologie en spirituele groei, wijst er op dat spirituele groei plaatsvindt in de mate waarin we bereid zijn een lager niveau van leven op te geven en ons het hogere niveau te herinneren (of te her-inneren).

Dat onze ervaringen zich op egoniveau afspelen komt niet doordat het hogere niveau er niet is, maar doordat we het lagere niveau gekozen hebben als vervanging van het hogere – en dat doen we elk moment. Pas als het lagere niveau doorleefd is, volledig uitgeprobeerd, en we ontdekt hebben dat er iets ontbreekt, zullen we gemotiveerd zijn om naar een hoger niveau te gaan. Pas wanneer we volledig gedesillusioneerd zijn met betrekking tot het ego, beginnen we door zijn illusies heen te kijken.

 

De mate waarin het ego werkelijk lijkt te zijn is de maatstaf voor onze ontkenning van “de waarheid die erachter ligt”. We kunnen de werkelijke wereld niet zien omdat we haar niet willen zien. We ontkennen dat ze er is. De waarneming en aanvaarding van de werkelijke wereld betekenen het einde van de realiteit zoals we die nu kennen. De Hemel lijkt een bedreiging te zijn voor ons ingebeelde comfort op het egoniveau.

Jezus doet het volgende beroep op ons:

 

Wijs de Hemel niet af. Hij is van jou vandaag, mits je erom vraagt. Je hoeft niet te zien hoe groot de gave is of hoezeer je denken veranderd zal zijn, voor hij tot jou komt. Vraag om te ontvangen en hij wordt je gegeven. Hierin ligt overtuiging. Tot jij hem als het jouwe verwelkomt, blijft de onzekerheid. Maar God is rechtvaardig. Zekerheid is niet vereist om te ontvangen wat alleen jouw aanvaarding schenken kan (4:1-8).

 

We hoeven niet zeker te zijn voordat we om de Hemel vragen. In feite kunnen we niet zeker zijn voordat we vragen, omdat de overtuiging ligt in het ontvangen. Dat wil zeggen: we vinden geen overtuiging, geen zekerheid, voordat we de Hemel hebben en we kunnen niet weten dat we hem hebben voordat we erom vragen.

 

Wanneer we denken dat we het ego zijn, maar besluiten om verder te gaan en het ego achter ons te laten, zal het ego vechten om zijn bestaan. “Je weet niet wat je te wachten staat”, zegt het, “hoe weet je dat je het prettig gaat vinden? Je kunt er beter voor zorgen dat je daar zeker van bent, voordat je verdergaat”. Zekerheid en overtuiging zijn het gevolg van ervaring. Als we ook maar een glimp hebben opgevangen van de werkelijke wereld, zullen we weten dat we haar willen, dat dit is wat we tevergeefs hebben gezocht in de illusoire schaduwwereld van het ego. Laten we dus om de Hemel vragen.

 

Een andere geruststelling is, dat we niet hoeven te begrijpen wat de Hemel of de werkelijke wereld betekenen om ze te kunnen ervaren. We hoeven geen duidelijk beeld te hebben van waar we om vragen of hoezeer ons denken veranderd zal zijn (4:3). Die verandering gaat niet vooraf aan de beslissing om te vragen, ze is er het gevolg van. We hoeven er zelfs niet zeker van te zijn dat de Hemel het enige is wat we willen!

 

Je hoeft niet zeker te zijn dat jij om het enige vraagt wat jij wilt. Maar wanneer je ontvangen hebt, zul jij zeker zijn dat je de schat hebt die jij altijd hebt gezocht (5:2-3).

 

Het is oké dat we deze fase met enige reserve binnengaan en gedachten hebben zoals: “misschien kan ik de werkelijke wereld hebben en evengoed mijn speciale relaties aanhouden”. Of: “misschien kan ik innerlijke vrede hebben en toch mijn pleziertjes houden.” Dergelijke voorwaarden verdwijnen als we eenmaal van de werkelijke wereld hebben geproefd. Wanneer we de schat die we altijd hebben gezocht eenmaal hebben gevonden, waarom zouden we dan teruggaan naar iets dat minder waard is?

 

In werkelijkheid hebben we binnenin onszelf al zekerheid, maar die hebben we bedekt met de illusies van het ego. Wanneer we het Zelf vinden, vinden we tegelijkertijd zekerheid. Het doel van de Cursus om “de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde” (TIn.1:7) wordt hier opnieuw geformuleerd in termen van innerlijke zekerheid:

 

Deze cursus neemt alle twijfels weg die jij gesteld hebt tussen Hem [God] en jouw zekerheid over Hem (7:6).

 

Het proces bestaat uit de bewustwording van onze twijfels, ze herkennen en erkennen, en ze vervolgens niet serieus nemen. Dit is hetzelfde proces als waar we doorheen gaan bij het loslaten van andere blokkades zoals woede, verdriet en pijn. Als we ernaar kijken kunnen we zien dat ze, net als de twijfel, deel uitmaken van de illusie. Ze zijn “zonder betekenis, want God is zeker” (7:3).

 

Zijn zekerheid ligt achter al onze twijfel (8:3).

 

We kunnen onszelf geen zekerheid geven. “We rekenen op God en niet op onszelf, om ons zekerheid te geven” (8:1). Maar om dat te laten gebeuren moeten we bereid zijn om vooruit te gaan, om het levensniveau dat we kennen achter ons te laten en om méér te vragen: een andere manier van zien, een nieuwe visie. We moeten bereid zijn om te vragen dat “de Gedachte van God” onze denkgeest binnenkomt en de verwrongen gedachten die we gewoonlijk denken te vervangen. We moeten bereid zijn de richtlijnen te volgen die de Cursus ons geeft. Want als we dat doen zullen we ongetwijfeld zekerheid verwerven.


Oefeninstructies:

DOEL

Ophouden met het ontkennen van de Gedachte van God; deze ervaren en al het andere, dat in vergelijking daarmee waardeloos is, opgeven.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

Oefen met wat de Heilige Geest je ingeeft, maar de essentie van je oefening moet bestaan uit het ongedaan maken van je afwijzing van de Gedachte die je heeft geschapen en je ondersteunt. Vraag om die Gedachte te kennen. Het gaat dus zowel om het loslaten van je ontkenning, je weerstand, als om de vraag naar de ervaring van de Gedachte van God, de ervaring van de Hemel. “Vraag vol verlangen” (5:1) en “oefen vandaag vol hoop” (7:1). Het is oké als je niet precies weet hoe graag je dit wilt. Zekerheid daarover verwerf je alleen door te ervaren wat je vraagt. Deze ervaring zal je voorbij alle twijfel dragen, tot het punt waarop je weet dat dit het enige is wat je wilt.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal het idee, waarbij je probeert je ontkenning los te laten en je open te stellen voor het bewustzijn van de Hemel. Dank God voor Zijn gaven in het voorgaande uur en vraag om Zijn leiding in het komende uur.