Les 363
(29 december)
Dit heilig ogenblik wil ik U geven.
Neemt U het in handen.
Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.
1. En als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook. En als ik alleen maar stilheid nodig heb en een rustige, open denkgeest, dan zijn dat de gaven die ik van Hem ontvangen zal. Hij heeft de leiding, op mijn verzoek. En Hij zal me horen en antwoord geven, want Hij spreekt namens God, mijn Vader, en Zijn heilige Zoon.
Toelichting:
Opnieuw herhalen we deze heilig ogenblik-les. Het lijkt alsof de auteur wil zeggen: Als je alle ideeën hebt ontvangen die we je hebben gegeven, kun je niets anders meer doen dan je leven in de handen van de Heilige Geest leggen. Helen Schucman, die de eerste twee delen van het Voorwoord schreef nadat de Cursus al enige tijd was voltooid (het laatste gedeelte, “Waar de Cursus over gaat”, werd opgetekend vanuit hetzelfde innerlijke dictaat als de rest van het boek) zegt daarin:
De Cursus pretendeert niet ultiem te zijn en evenmin zijn de werkboeklessen bedoeld om de leerweg van de student tot een voleinding te brengen. Aan het einde wordt de lezer overgelaten aan de zorg van zijn of haar eigen Innerlijke Leraar, die heel het verdere leerproces zal leiden zoals Hij het juist acht (Vw.ix-x).
Dat is precies wat deze laatste vijf lessen ondersteunen: voor verdere instructies laten ze ons achter in de handen van de Heilige Geest. Het Werkboek is een soort inleiding die ons voorbereidt op de doorgaande aanwijzingen van de Heilige Geest. Het dient als een soort kruk, waar we op steunen omdat we te zwak zijn om op eigen benen te staan. Ik vergelijk het Werkboek wel eens met de zijwieltjes van een kinderfietsje, die voorkomen dat een kind, dat nog niet goed kan fietsen, valt. Als het eenmaal zijn evenwicht kan bewaren worden de zijwieltjes overbodig, maar ook daarna moet het kind steeds beter leren fietsen.
Ook wij zijn nog niet uitgeleerd wanneer we klaar zijn met het Werkboek; er valt nog veel te leren.
Het leerproces van de Cursus is een training van de denkgeest. Het Werkboek biedt mentale “zijwieltjes” aan: de structuur van de dagelijkse ideeën en de instructies voor de praktische beoefening. Het doel is ons in te wijden in de spirituele beoefening zoals de Cursus die vormgeeft: ’s morgens en ’s avonds, en zo vaak mogelijk gedurende de dag, contact maken met God. Zijn woorden geven ons houvast, terwijl we deze gewoonte proberen te ontwikkelen. In het begin zijn de lessen zeer gestructureerd en deze structuur vraagt veel van ons. Geleidelijk aan worden er minder eisen gesteld, omdat wordt aangenomen dat we ons de gewoonte van een dagelijkse beoefening eigen beginnen te maken.
In deze laatste lessen ontbreekt elke structuur, de zijwieltjes zijn verwijderd. We worden achtergelaten in de handen van de Heilige Geest, zonder boek om ons te helpen.
Sommigen van ons zijn misschien voldoende gemotiveerd om meteen de eerste keer dat ze het Werkboek doen alles consequent toe te passen en de instructies elke dag op te volgen. Als we dit inderdaad doen, is een enkel jaar voldoende om ons de gewoonte van het contact met God eigen te maken. Voor de meesten van ons is één keer echter niet genoeg.
Ik moet bekennen dat ik het Werkboek al negen keer heb doorgewerkt. De eerste keer kostte me dat meer dan drie jaar. Sindsdien heb ik het elk jaar een keer doorgenomen, met uitzondering van een jaar waarin ik besloot een poosje iets anders te doen. Ik ben een trage leerling, ik heb nog steeds niet de dagelijkse gewoonte ontwikkeld die het Werkboek ons probeert aan te leren. Het gaat elk jaar beter, maar het is nog steeds een uitzondering als ik er op een dag aan denk om elk uur de ideeën te herhalen, en vooral om de eerste vijf minuten van elk uur te mediteren – en dat is waar het Werkboek na enkele maanden op aandringt. Ik blijf dus oefenen, niet alleen om de dagelijkse toelichtingen met jullie te kunnen delen, maar ook omdat ik nog veel moet leren.
Hoewel ik dus nog niet het gevoel heb dat ik het Werkboek los kan laten om me over te geven aan de persoonlijke instructies van de Heilige Geest, kan ik het idee van deze laatste lessen in elk geval toepassen tijdens mijn ochtend- en avondmeditaties en het gedurende de dag regelmatig herhalen: “Dit heilig ogenblik wil ik U geven.” Elk ogenblik kan een heilig ogenblik zijn, laten we daar vandaag zo vaak mogelijk aan proberen te denken. Elk ogenblik dat we aan Hem geven kan door Hem heilig worden gemaakt en gebruikt worden voor Zijn en ons doel:
Ons is het als doel gegeven de wereld te vergeven. Het is het doel dat God ons gegeven heeft (WdII.Ll.In.3:2-3).
Dat is het doel van de Heilige Geest, en elk heilig ogenblik dat aan Hem wordt gegeven wordt voor dat doel gebruikt: het vergeven van de wereld. Het is onze functie op aarde (WdII.Ll.In.4:1). Wij herinneren ons God door vergeving:
Want we zullen niet anders kunnen dan erkennen dat al wat we vergeven, deel uitmaakt van God Zelf (WdII.Ll.In.3:5).
Onze broeders zijn onze verlossers; door hen te vergeven herinneren we ons God.
Oefeninstructies:
DOEL
Je beoefening en je leven in de handen van de Heilige Geest leggen, zodat Hij je Gids wordt voor je verdere reis door het leven. Je volgt Zijn weg en leidt je broeders lang diezelfde weg. De kern van deze weg is het uitbreiden van vergeving naar anderen en daardoor leren dat je zelf vergeven bent.
‘S MORGENS EN ‘S AVONDS
Herhaal de woorden van de les en realiseer je, terwijl je dit doet, dat je de waarheid niet hebt begrepen (WdII.Ll.In.6:1) en dat je geloof in een zondige wereld een vergissing was (WdII.Ll.In.1:5). Nu kom je met lege handen tot Gods eigen Leraar en vraagt Hem je te helpen Zijn lessen te leren (WdII.Ll.In.6:1).
Dit heilig ogenblik wil ik U geven.
Ik zet mijn oude overtuigingen opzij en geef deze oefenperiode aan U, zodat ze een heilig ogenblik mag worden.
Neemt U het in handen.
Ik zet mijn gedachten en woorden opzij en leg deze oefenperiode volledig in Uw handen.
Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.
Ik doe dit, opdat U mij langs Uw weg van liefde kunt leiden. En alleen op die weg zal ik vrede vinden.
Begeef je na het uitspreken van deze woorden in een Open Mind meditatie. Open je denkgeest voor de aanwezigheid van de Heilige Geest en handhaaf die openheid zonder het gebruik van woorden.
Het kan behulpzaam zijn je voor te stellen dat je denkgeest Zijn heilige tempel is. Misschien is hij gewoonlijk een “rommelkamer”, die je vult met allerlei gedachten, maar gedurende deze oefenperiode is het Zijn tempel, die alleen gevuld wordt met Zijn aanwezigheid. Hij heeft dit ogenblik in handen. Dat betekent dat je je gedachten en woorden bij de deur achterlaat. Als je dat vergeet en met volle handen de tempel binnenkomt, zeg dan: “Neemt U het in handen.” Houd voor de rest van je oefenperiode dit beeld in gedachten. Vertrouw erop dat Hij je hoort en naar deze heilige plaats zal komen.
Als Hij komt, geeft Hij je misschien een woord om te herhalen, of een gedachte om bij stil te staan. Of misschien hoor je Gods Stem zeggen: “Dit is Mijn Zoon, en al wat het Mijne is, is het zijne” (WdII.Ll.In.6:3). Of Hij schenkt je “een rustige, open denkgeest” (1:3). Hoe dan ook, Hij zal komen om je naar een leven te leiden waarin je Hem volgt op Zijn weg van vergeving.
UURLIJKSE HERINNERING
Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtend- en avondoefening. Herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht dan in woordeloze stilte op Zijn komst.
HERHALINGEN
Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Herhaal het idee zodra je in onvrede raakt, als een manier om de Heilige Geest te vragen deze onvrede te verdrijven.