Les 225
(13 augustus)
God is mijn Vader,
en Zijn Zoon houdt van Hem.
1. Vader, ik moet Uw Liefde voor mij wel aan U teruggeven, want geven en ontvangen zijn gelijk, en U heeft mij al Uw Liefde gegeven. Ik moet haar wel teruggeven, want ik wil dat zij in volle bewustzijn de mijne is, terwijl ze in mijn denkgeest straalt en die in haar vriendelijk licht bewaart, ongeschonden, bemind, met angst achter zich en voor zich alleen vrede. Hoe stil is de weg waarlangs Uw liefhebbende Zoon tot U wordt geleid!
2. Broeder, we vinden die stilheid nu. De weg is vrij. Nu volgen we die samen in vrede. Je hebt je hand naar mij uitgestrekt, en ik zal jou nooit verlaten. Wij zijn één, en het is louter deze eenheid die we zoeken, nu we deze paar laatste stappen volbrengen, waarmee een reis eindigt die nooit begonnen is.
Toelichting:
Liefde is wederkerig. We ontvangen Gods Liefde door deze aan Hem te geven. Er is geen andere manier om haar te ontvangen, “want geven en ontvangen zijn gelijk” (1:1). Deze zin komt zes keer, in precies dezelfde formulering, terug in de Cursus, en daarnaast zijn er nog veel soortgelijke uitspraken. Misschien denken we dat we begrijpen wat het betekent, maar de Cursus verzekert ons dat geen enkel idee dat hij onderwijst zo moeilijk te leren is als dit.
De manier om Gods Liefde in onze denkgeest te voelen stralen is Hem die liefde te geven. Gisteren concentreerden we ons in onze stille tijd op het voelen van Zijn Liefde voor ons, vandaag richten we ons op het voelen van onze liefde voor Hem. Donna Marie Cary zingt: “Ik zal dansen in het licht van Uw Liefde, voor altijd zal ik van U houden.”
Hoe zou het zijn om te voelen dat de Liefde van God “in volle bewustzijn de mijne is, terwijl ze in mijn denkgeest straalt en die in haar vriendelijk licht bewaart” (1:2)? Is dat niet waar we in het diepst van ons hart naar verlangen?
Laten we vandaag dit gevoel van liefde in ons hart oproepen. Laten we ons hierop richten. Het is niet ingewikkeld of abstract... gewoon ons hart laten zingen uit liefde voor God en ons koesteren in Zijn Liefde voor ons. Zoals Salomo in het Oude Testament zegt: “Ik ben van mijn lief en mijn lief is van mij” (Hoogl.6:3). God ervaren als de Geliefde is een van de opperste spirituele belevingen.
Heb je ooit in stilte bij iemand gezeten van wie je zielsveel houdt, alleen maar zwijgend zijn of haar hand vasthoudend? Die stille liefde is waar deze les ons naartoe leidt, een zwijgende vereniging van gegeven en ontvangen liefde, erkend en teruggegeven, bewegend in een eindeloze stroom die onze denkgeest en ons hart energie geeft en transformeert.
Oefeninstructies:
DOEL
De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.
Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.
Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.
LEZEN VAN DE LESSEN
De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.
Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:
- De toelichting op het idee:
Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.
- Het gebed:
OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE
Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).
Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183, 184 en Naam van God meditatie.
UURLIJKSE HERINNERING
Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.
REGELMATIGE HERHALINGEN
Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:
Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).
LEZEN VAN DE “WAT IS VERGEVING”-TEKST
Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is vergeving”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).
OEFENSUGGESTIE
Hier volgen enkele Oefensuggesties voor het bidden van het gebed van deze les:
- “terwijl ze [Gods Liefde] in mijn denkgeest straalt”: Stel je voor hoe Gods Liefde voor jou stralend in je denkgeest aanwezig is.
- “en die in haar vriendelijk licht bewaart”: Stel je je denkgeest voor, omringd en omhelsd door het vriendelijke licht van Gods Liefde.
- “ongeschonden”: Beschermd door dit vriendelijke licht is je denkgeest volkomen ongeschonden – vrij van elke schending, elk letsel en elke ontwijding, en onaangetast in zijn heiligheid.
- “bemind”: Bestaat er een beter gevoel dan oprecht en totaal bemind te worden?
- “met angst achter zich”: Stel je voor dat je zo volmaakt bemind wordt dat je het gevoel hebt dat alle angst letterlijk achter je ligt.
- “en voor zich alleen vrede”: Stel je voor dat je zo volmaakt bemind wordt dat het enige wat je vóór je kunt zien vrede is.
- “hoe stil is de weg waarlangs Uw liefhebbende Zoon tot U wordt geleid!”: Deze laatste zin zegt hoe we, als Gods liefhebbende Zoon, huiswaarts zullen reizen en Zijn Liefde ontvangen. We worden in stilte naar huis geleid, met alle angst achter ons en uitsluitend vrede vóór ons. Probeer je dit voor te stellen, reizend door het leven, met een hart vol liefde voor God en een denkgeest die straalt van Zijn Liefde voor jou. Je bent in pure stilte en vrede op weg naar Hem. Dit is het eindresultaat van God beminnen – een leven in vrede omdat het geleefd wordt in het volle bewustzijn van Zijn Liefde voor jou.
•••
SAMENVATTING
- Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
- Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
- ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
- Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
- Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
- Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
- Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is vergeving”- tekst.
Wat is vergeving 5:
Deel 5: WdII.1.3:1-2
1. Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. Ze ziet dat er geen zonde is geweest. En in die zienswijze zijn al jouw zonden vergeven. Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods Zoon? Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los. Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.
2. Een niet-vergevende gedachte is er een die een oordeel velt dat ze niet in twijfel trekt, ook al is het niet waar. De denkgeest is gesloten en zal niet worden bevrijd. De gedachte beschermt projectie en trekt haar ketenen strakker aan, zodat vervormingen meer versluierd en verborgen zijn, minder makkelijk toegankelijk voor twijfel en nog verder weggehouden van gezond verstand. Wat kan er komen tussen een starre projectie en het doel dat ze als haar gewenste bestemming gekozen heeft?
"Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen. In koortsachtige actie jaagt ze haar doel na, waarbij ze verwringt en omverwerpt wat ze als een doorkruising van haar gekozen pad beschouwt."
Verdraaiing is haar doel en tevens het middel waarmee ze dat tot stand wil brengen. Ze doet woeste pogingen de werkelijkheid te vermorzelen, zonder zich ook maar enigszins te bekommeren om wat haar gezichtspunt lijkt tegen te spreken.
4. Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet. Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. Maar wie zichzelf vergeven wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.
5. Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God.
In tegenstelling tot de stilte, waar de les van vandaag over spreekt, is een niet-vergevende gedachte koortsachtig actief. Dat moet ze wel, omdat ze indruist tegen de waarheid en probeert een illusie tot werkelijkheid te maken. Hectische mentale activiteit is vaak het signaal van niet herkend niet-vergeven. Dingen die het tegenovergestelde lijken te zijn van wat we willen dat de waarheid is, blijven opduiken als een duveltje uit een doosje en we moeten ze terug blijven duwen om onze versie van de waarheid in stand te kunnen houden.
Het stil laten worden van onze denkgeest is vaak voldoende om een begin te maken met het oplossen van ons niet-vergeven. In stilte kan niet-vergeven niet bestaan. Je kunt niet tegelijkertijd in vrede en niet-vergevingsgezind zijn. “In vrede zij mijn denkgeest. Laat al mijn gedachten stil zijn” (WdII.221.t). De concentratie op de uitbreiding van liefde, die in de les van vandaag centraal staat, bevordert deze vrede en stilheid. De kracht van onze liefde voor God en de Zijne voor ons kan de stormachtige gedachten tot bedaren brengen en, al is het maar voor even, een moment van rustige vrede geven, waarin niet-vergevingsgezindheid eenvoudig verdwijnt.