Les 153

(2 juni)

In mijn verdedigingsloosheid ligt mijn veiligheid.

1. Jij die je bedreigd voelt door deze veranderende wereld, haar grillen van het lot en wrange grappen, haar kortstondige relaties en alle ‘geschenken’ die ze enkel te leen geeft om weer af te nemen: neem deze les ter harte. De wereld biedt geen veiligheid. Ze is in de aanval geworteld, en al haar ‘geschenken’ van schijnbare veiligheid zijn bedrieglijke misleidingen. Ze valt aan, en valt opnieuw aan. Er is geen innerlijke vrede mogelijk waar dusdanig gevaar dreigt.

 

2. De wereld roept slechts een verdedigende houding op. Want bedreiging brengt woede, woede maakt dat een aanval redelijk lijkt, eerlijk uitgelokt, en gerechtvaardigd onder het mom van zelfverdediging. Toch is een verdedigende houding een dubbele bedreiging. Want ze getuigt van zwakheid, en bouwt een verdedigingssysteem op dat niet werken kan. Nu worden de zwakken nog verder ondermijnd, want er is verraad van buitenaf en groter verraad nog vanbinnen. Nu raakt de denkgeest verward, en weet niet waarheen zich te wenden om te ontsnappen aan zijn inbeeldingen.

 

3. Het is alsof hij door een ring stevig wordt omklemd, waarin hij door een nieuwe ring, met daarin nog een, gebonden wordt, totdat er geen hoop op ontsnapping meer kan zijn, laat staan dat hij ontsnappen kan. Aanval, verdediging – verdediging, aanval, worden de kringloop van de uren en de dagen die de denkgeest binden met zware stalen banden met ijzer bekleed, en ze keren slechts terug om van voor af aan te beginnen. Er lijkt geen onderbreking te zijn, noch een eind te komen aan de steeds strakker wordende greep van de kerkering van de denkgeest.

 

4. Verdedigingen zijn de onbetaalbaarste van alle prijzen die het ego van jou vordert. Daarin schuilt een dwaasheid van zo’n grimmige vorm dat hoop op innerlijke gezondheid niet meer dan een ijdele droom lijkt, die het mogelijke te boven gaat. Het gevoel van dreiging waartoe de wereld aanzet is zo veel dieper, en zo ver verwijderd van de waanzinnigheid en intensiteit die jij je kunt indenken, dat je geen idee hebt van alle verwoesting die erdoor is aangericht.

 

5. Jij bent er de slaaf van. Je weet, uit angst ervoor, niet wat jij doet. Je begrijpt niet hoeveel jij, die de ijzeren greep ervan om je hart voelt, hebt moeten offeren. Je beseft niet wat jij met je verdedigende houding gedaan hebt om de heilige vrede van God te saboteren. Want jij ziet de Zoon van God als slechts het slachtoffer van de aanvallen door fantasieën, dromen en illusies die hij gemaakt heeft; niettemin hulpeloos in de aanwezigheid ervan, slechts behept met de behoefte verdedigd te worden door nog meer fantasieën en dromen waarmee illusies over zijn veiligheid hem troosten.

 

6. Verdedigingsloosheid is kracht. Ze getuigt ervan dat jij de Christus in jezelf herkent. Misschien herinner jij je dat het tekstboek stelt dat een keuze steeds wordt gemaakt tussen de kracht van Christus en je eigen zwakheid, gezien als los van Hem. Verdedigingsloosheid kan nooit worden aangevallen, omdat deze een kracht erkent zo groot dat een aanval waanzin is, of een onnozel spel dat een vermoeid kind speelt, wanneer het te slaperig wordt om nog te weten wat het wil.

 

7. Een verdedigende houding is zwakheid. Ze verkondigt dat jij de Christus hebt verloochend en Zijn Vaders woede bent gaan vrezen. Wat kan jou nu verlossen van je waanidee van een boze god, wiens vreeswekkend beeld jij aan het werk meent te zien in alle kwaad ter wereld? Wat anders dan illusies kunnen jou nu verdedigen, wanneer het slechts illusies zijn die jij bestrijdt?

 

8. We zullen vandaag zulke kinderachtige spelletjes niet spelen. Want ons ware doel is de wereld te verlossen, en we willen de oneindige vreugde die onze functie ons biedt niet voor dwaasheid inruilen. We willen niet dat ons geluk ons ontglipt omdat een flard van een onzinnige droom toevallig in onze denkgeest opkwam, en we de figuren erin aanzagen voor de Zoon van God, en het nietig ogenblik ervan hielden voor de eeuwigheid.

 

9. We gaan vandaag aan dromen voorbij, en zien in dat we geen verdediging nodig hebben, omdat we onaantastbaar geschapen zijn, zonder enige gedachte of wens of droom waarin aanval enige betekenis heeft. Nu kunnen we niets meer vrezen, want we hebben alle angstige gedachten achter ons gelaten. En in verdedigingsloosheid zijn we geborgen, sereen en zeker nu van onze veiligheid, zeker van de verlossing, zeker ook dat we ons gekozen doel zullen vervullen, nu ons dienaarschap zijn heilige zegening over de wereld verbreidt.

 

10. Wees een ogenblik stil en bedenk in stilte hoe heilig je doel is, hoe veilig jij rust, onaantastbaar binnen het licht daarvan. Gods dienaren hebben ervoor gekozen dat de waarheid met hen is. Wie is heiliger dan zij? Wie kan er zekerder van zijn dat zijn geluk volledig is gewaarborgd? En wie kan er machtiger bescherming hebben? Welke verdediging zou ook maar enigszins nodig kunnen zijn voor hen die behoren tot de uitverkorenen van God, zowel door Zijn als door hun eigen uitverkiezing?

 

11. Het is de functie van Gods dienaren hun broeders te helpen dezelfde keuze te maken als zij. God heeft allen uitverkoren, maar weinigen zijn tot het inzicht gekomen dat Zijn Wil geen andere is dan die van hen. En zolang je verzuimt te onderwijzen wat jij hebt geleerd, wacht de verlossing en houdt duisternis de wereld in meedogenloze gevangenschap. Evenmin zul jij leren dat het licht tot jou gekomen is en je ontsnapping is volbracht. Want jij zult het licht niet zien tot je het aan al jouw broeders aanbiedt. Wanneer zij het uit jouw handen aannemen, zul jij het herkennen als wat jou toebehoort.

 

12. Verlossing kan worden gezien als een spel dat gelukkige kinderen spelen. Het werd ontworpen door Iemand die Zijn kinderen liefheeft, en die hun griezelig speelgoed wil vervangen door blije spelen, die hun leren dat het angstspel over is. Zijn spel onderwijst geluk, omdat er geen verliezer is. Iedereen die speelt moet wel winnen, en zijn winnen verzekert winst aan iedereen. Het spel van de angst wordt met vreugde opzij gelegd, wanneer kinderen gaan inzien welke voordelen verlossing brengt.

 

13. Jij die gespeeld hebt dat je verloren bent voor alle hoop, door je Vader verlaten, en in doodsangst alleen bent gelaten in een beangstigende wereld die door zonde en schuld waanzinnig is gemaakt: wees nu verheugd. Dat spel is voorbij. Nu is een kalme tijd aangebroken, waarin we het speelgoed van de schuld afdanken en onze vreemde, kinderlijke gedachten over zonde voor eeuwig opbergen, afgesloten voor de zuivere, heilige denkgeest van de kinderen van de Hemel en de Zoon van God.

 

14. Slechts een moment langer houden we stil om ons laatste, blije spel op deze aarde te spelen. En dan gaan we onze rechtmatige plaats innemen waar waarheid woont en spelletjes geen betekenis hebben. Zo komt het verhaal ten einde. Laat deze dag het laatste hoofdstuk dichter tot de wereld brengen, opdat eenieder leren mag dat het verhaal dat hij leest over een angstaanjagend lot, de vernietiging van al zijn hoop, zijn armzalige verdediging tegen een wraak waaraan hij niet ontsnappen kan, slechts zijn eigen misleide fantasie is. Gods dienaren zijn gekomen om hem te doen ontwaken uit de duistere dromen die dit verhaal heeft opgeroepen in zijn verwarde, verbijsterde herinnering aan deze vervormde legende. Gods Zoon kan eindelijk weer glimlachen, nu hij hoort dat het niet waar is.

 

15. Vandaag oefenen we in een vorm die we een hele tijd zullen handhaven. We beginnen elke dag met zo lang mogelijk onze aandacht te geven aan de dagelijkse gedachte. Vijf minuten wordt nu het minste dat we geven ter voorbereiding op een dag waarin verlossing ons enig doel is. Tien zou beter en vijftien nog beter zijn. En naarmate afleiding niet langer de kop opsteekt om ons van ons doel af te houden, merken we dat een half uur met God doorgebracht nog te kort is. Ook ‘s avonds zullen we dankbaar en vreugdevol bereid zijn niet minder te geven.

 

16. Elk uur vermeerdert onze toenemende vrede, wanneer we eraan denken trouw te zijn aan de Wil die wij delen met God. Soms zal een minuut misschien, of minder zelfs, het meeste zijn dat we bieden kunnen bij het verstrijken van elk uur. Af en toe zullen we het vergeten. Op andere momenten zullen de bedrijvigheden van de wereld al onze aandacht opeisen, en zullen we niet in staat zijn ons even terug te trekken en onze gedachten te richten op God.

 

17. Maar wanneer we kunnen, zullen we gevolg geven aan de ons toevertrouwde taak als dienaren van God, door elk uur onze missie en Zijn Liefde te gedenken. En we zullen in stilte klaar zitten en op Hem wachten en naar Zijn Stem luisteren, en horen wat Hij wil dat we in het komende uur doen, terwijl we Hem danken voor alle gaven die Hij ons in het afgelopen uur gaf.

 

18. Door oefening zul je mettertijd nooit ophouden aan Hem te denken en Zijn liefdevolle Stem te horen, die je voetstappen leidt naar rustige wegen, waar je zult wandelen in ware verdedigingsloosheid. Want je zult weten dat de Hemel jou vergezelt. Ook wil jij je denkgeest geen ogenblik meer van Hem afhouden, zelfs al besteed jij al je tijd eraan om de wereld verlossing aan te reiken. Denk je niet dat Hij dit mogelijk zal maken, voor jou die ervoor gekozen heeft Zijn plan voor de verlossing van de wereld en van jouzelf ten uitvoer te brengen?

 

19. Vandaag is ons thema onze verdedigingsloosheid. Wij hullen ons daarin, wanneer we ons klaarmaken om de dag tegemoet te treden. Wij rijzen op, sterk in Christus, en laten onze zwakheid in het niet verzinken, wanneer we bedenken dat Zijn kracht in ons verblijft. We herinneren onszelf eraan dat Hij heel de dag door aan onze zijde blijft en onze zwakheid nooit zonder de steun laat van Zijn kracht. We doen een beroep op Zijn kracht, telkens wanneer we voelen dat de dreiging van onze verdedigingen onze doelgerichtheid ondermijnt. We houden een ogenblik stil, terwijl Hij ons laat weten: ‘Ik ben hier.’

 

20. Nu begint jouw oefening de ernst van de liefde aan te nemen, om jou te helpen voorkomen dat je denkgeest van zijn voornemen afdwaalt. Wees niet bang of beschroomd. Er bestaat geen twijfel over dat jij je einddoel bereiken zult. De dienaren van God kunnen nooit falen, want de liefde, kracht en vrede die van hen naar al hun broeders uitstralen, komen van Hem. Dit zijn Zijn gaven aan jou. Jouw verdedigingsloosheid is al wat jij Hem ervoor terug hoeft te geven. Je legt slechts terzijde wat nooit werkelijk is geweest, om Christus te aanschouwen en Zijn zondeloosheid te zien.


Toelichting:

Deze les presenteert oefeninstructies “die we een hele tijd zullen handhaven” (15:1). Om precies te zijn: deze oefenvorm wordt voortgezet tot en met Les 200. De instructies worden – in deze les – slechts één keer gegeven en daarna alleen af en toe kort vermeld. Er wordt verondersteld dat we ze zullen onthouden. De richtlijnen over wat we moeten doen tijdens de dagelijkse oefenperiode van vijf minuten tot een half uur zijn overigens nogal vaag. Er wordt hoofdzakelijk aanbevolen “zo lang mogelijk onze aandacht te geven aan de dagelijkse gedachte” (15:2). Ook wordt gezegd dat onze oefening nu de ernst van de liefde begint aan te nemen (20:1). De langere oefenperioden zijn bedoeld om tijd met God door te brengen (15:5) en zo te genieten van Zijn liefdevolle Aanwezigheid dat een half uur te kort lijkt! Onze oefeningen zijn bij wijze van spreken veranderd van een drilsessie met een sergeant in een rendez-vous met onze Geliefde. En als dat nog niet het geval is, zal het nog gebeuren:

 

Er bestaat geen twijfel over dat jij je einddoel bereiken zult (20:3).

 

Deze les begint met ons erop te wijzen dat deze wereld geen veilige plaats is: “Ze is in de aanval geworteld” (1:3). In deze wereld is geen innerlijke vrede mogelijk (1:5). Aan alle kanten vinden gebeurtenissen plaats die een verdedigende houding oproepen (2:1). Maar onze verdedigende houding beïnvloedt niet alleen wat er buiten ons gebeurt, ze beïnvloedt ook onszelf. Ze versterkt ons gevoel van zwakheid en aangezien ze uiteindelijk niet werkt (2:4) verraadt ze ons.

 

Het is alsof hij [de denkgeest] door een ring stevig wordt omklemd, waarin hij door een nieuwe ring, met daarin nog een, gebonden wordt, totdat er geen hoop op ontsnapping meer kan zijn, laat staan dat hij ontsnappen kan (3:1).

 

We zitten gevangen in een concentrische vicieuze cirkel van aanval en verdediging en zien geen mogelijkheid om daar uit te ontsnappen (3:2-3). We realiseren ons niet hoe ernstig onze denkgeest wordt bedreigd door de wereld om ons heen.

 

Het gevoel van dreiging waartoe de wereld aanzet is zo veel dieper, en zo ver verwijderd van de waanzinnigheid en intensiteit die jij je kunt indenken, dat je geen idee hebt van alle verwoesting die erdoor is aangericht (4:3).

 

Volgens de Cursus leven we in een blinde paniek, die gemaskeerd wordt door een oppervlakkig laagje kalmte. De paniek is vlak daaronder altijd aanwezig. Denk maar eens aan alles waardoor we constant bedreigd worden en de aandacht die daaraan wordt besteed, zowel door onszelf als door de media: een nucleaire ramp, criminele jongeren, dronken chauffeurs, corrupte politici, hebzuchtige machtsstructuren, economische crisissen, kunstmatige toevoegingen aan levensmiddelen, het dunner worden van de ozonlaag, vitamine-afbrekend voedsel, groeihormonen in de melk, nitraten in het vlees, cholesterol, verzadigd vet, suiker, vervuild water, droogte, hittegolven, sneeuwstormen, overstromingen, orkanen, tornado’s, aardbevingen, invasie van buitenaardse wezens, liegende nieuwsmedia, insecten in ons huis, verouderende lichamen, onbetrouwbare liefdes- of zakenpartners, AIDS, kanker, hartkwalen – zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. En dan heb ik het nog niet eens gehad over dreigingen zoals een vijandelijke invasie en een economische overname, rassenkwesties en religieuze intolerantie. Kortom, we zijn de slaaf van de bedreigingen van de wereld (5:1).

 

Je weet, uit angst ervoor, niet wat jij doet. Je begrijpt niet hoeveel jij, die de ijzeren greep ervan om je hart voelt, hebt moeten offeren (5:2-3).

 

Probeer je eens voor te stellen hoe het zou zijn om volledig zonder angst en zorgen te leven over de dingen die ik heb genoemd. Waarschijnlijk kun je je dat niet eens voorstellen. We zijn gewend geraakt aan het onafgebroken gegons van de angst! En we beseffen niet hoezeer we met onze verdedigende houding onze eigen vrede hebben gesaboteerd (5:4).

 

Deze les biedt ons twee keuzemogelijkheden: het “onnozele spel” van verdediging, gespeeld door vermoeide kinderen die te slaperig zijn om nog te weten wat ze willen (6:4) en “een spel dat gelukkige kinderen spelen” (12:1), een vreugdevol spel dat ons leert dat het angstspel over is (12:2).

 

Het vreugdevolle spel is “verlossing”, (12:1) of het functioneren als dienaar van God in de wereld, het licht aanbiedend aan al onze broeders. We kunnen onze tijd doorbrengen met proberen onszelf te verdedigen, of we kunnen onze verdediging opgeven en in liefde uitreiken naar de wereld. Dat zijn de enige opties.

 

Het spel van verdediging is een dodelijk spel:

 

Daarin [in verdediging] schuilt een dwaasheid van zo’n grimmige vorm dat hoop op innerlijke gezondheid niet meer dan een ijdele droom lijkt, die het mogelijke te boven gaat (4:2).

 

Verdediging zet ons vast in een vicieuze cirkel zonder einde. Verdedigingsloosheid is gebaseerd op de werkelijkheid van wat we zijn. We hebben geen verdediging nodig “omdat we onaantastbaar geschapen zijn” (9:1). Verdedigingsloosheid getuigt van onze kracht. Als dienaren van God zijn we beschermd. We hebben geen verdediging nodig omdat we “behoren tot de uitverkorenen van God, zowel door Zijn als door [onze] eigen uitverkiezing” (10:6).

 

Kiezen voor verdedigingsloosheid is kiezen voor de kracht van Christus, in plaats van voor onze zwakheid. Uitreiken naar genezing, in plaats van ons terug te trekken in zelfverdediging, plaatst ons in een onaantastbare positie. Onze werkelijke veiligheid ligt niet in het beschermen van wat we hebben, maar in het weggeven ervan, omdat dit ons identificeert met Christus.


Oefeninstructies:

DOEL

Leren dat verdedigingsloosheid kracht is, omdat ze berust op het bewustzijn van Christus’ kracht in jou – een kracht zo groot dat ze nooit kan worden aangevallen.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

Deze oefening lijkt op die van gisteren, waarin je alle zelfbeelden opzij zette die je afschilderen als zwak, en het bewustzijn van je ware Zelf in je opriep. Vandaag doe je hetzelfde, waarbij speciale nadruk wordt gelegd op het maken van contact met de kracht van het Zelf in jou. Als je daarin slaagt zul je merken dat je geen behoefte hebt aan verdediging, omdat je onkwetsbaar geschapen bent. Laat de ochtendoefening een voorbereiding zijn op een verdedigingsloze dag. Hul jezelf in de kracht van Christus.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

  • Herhaal het idee, terwijl je je realiseert dat Christus aan je zijde blijft en jou Zijn kracht geeft, zodat er geen noodzaak is om je te verdedigen.
  • Wacht dan in stilte op God. Dank Hem voor zijn gaven in het afgelopen uur, en laat Zijn Stem je vertellen wat jou in het komende uur te doen staat.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Elke keer wanneer je in de verleiding komt om jezelf te verdedigen, herhaal dan het idee als een manier om de kracht van Christus in jezelf op te roepen. Wees dan even stil, zodat je Hem kunt horen zeggen: “Ik ben hier” (19:6).

 

OPMERKING

Het Werkboek beschouwt deze les als een omslagpunt. Er worden oefeninstructies gegeven voor de volgende achtenveertig lessen! En in alinea 20 wordt ons verteld: “Nu begint jouw oefening de ernst van de liefde aan te nemen” (20:1). In plaats van het vervullen van een plicht wordt de beoefening een oprechte en natuurlijke expressie van ons hart. Laten we deze stap vol vertrouwen zetten. Jezus vraagt ons “niet bang of beschroomd” te zijn (20:2), omdat we niet kunnen falen. God verzekert ons dat we ons doel zullen bereiken.