Les 37

(6 februari)

Mijn heiligheid zegent de wereld.

1. In dit idee schuilt de eerste glimp van je werkelijke functie in de wereld, de reden waarom jij hier bent. Jouw doel is het de wereld via je eigen heiligheid te zien. Zo worden jij en de wereld tezamen gezegend. Niemand verliest, er wordt niemand iets ontnomen, iedereen wint bij jouw heilige visie. Het markeert het einde van offers, omdat het iedereen alles geeft waar hij recht op heeft. En ieder komt alles toe omdat het zijn geboorterecht is als Zoon van God.

 

2. Er is geen andere manier om het idee van offeren uit het denken van de wereld te verwijderen. Elke andere manier van zien zal onherroepelijk een prijs verlangen van iemand of iets. Als gevolg daarvan zal de waarnemer verlies lijden. En hij zal er geen idee van hebben waarom hij verliest. Maar dankzij jouw visie wordt hij zich opnieuw van zijn heelheid bewust. Jouw heiligheid zegent hem door niets van hem te vragen. Wie zichzelf als heel ziet, stelt geen eisen.

 

3. Jouw heiligheid is de verlossing van de wereld. Ze laat je de wereld onderwijzen dat ze één met je is, niet door tegen haar te preken, noch door haar iets te vertellen, maar gewoon door jouw stille inzicht dat in jouw heiligheid alle dingen samen met jou gezegend zijn.

 

4. De vier langere oefenperioden van vandaag, die elk drie tot vijf minuten moeten duren, beginnen met de herhaling van het idee voor vandaag, gevolgd door ongeveer een minuut waarin je om je heen kijkt en het idee toepast op wat je maar ziet:

 

Mijn heiligheid zegent deze stoel.

Mijn heiligheid zegent dat raam.

Mijn heiligheid zegent dit lichaam.

 

Sluit dan je ogen en pas het idee toe op elke persoon aan wie je moet denken, waarbij je zijn naam noemt en zegt:

 

Mijn heiligheid zegent jou, [naam].

 

5. Je kunt de oefenperiode met gesloten ogen voortzetten; je kunt je ogen weer opendoen en het idee voor vandaag op je buitenwereld toepassen als je dat wenst; je kunt het idee afwisselend toepassen op wat je om je heen ziet en wie in je gedachten zijn; of je kunt elke combinatie van deze twee fasen van toepassing gebruiken die je voorkeur heeft. Sluit de oefenperiode af met een herhaling van het idee met je ogen gesloten, onmiddellijk gevolgd door nog een, met je ogen open.

 

6. De korte oefeningen bestaan uit het herhalen van het idee zo vaak je kunt. Het is vooral nuttig het in stilte toe te passen op iedereen die je ontmoet, waarbij je zijn naam noemt wanneer je dat doet. Het is van groot belang het idee te gebruiken wanneer iemand een vijandige reactie in jou lijkt op te roepen. Schenk hem onmiddellijk de zegen van jouw heiligheid, zodat jij leert die in je eigen bewustzijn te bewaren.

Toelichting:

Hoofdstuk 13 van het Tekstboek bevat een uitspraak die van toepassing is op deze les: “Waarlijk waarnemen is je van de gehele werkelijkheid bewust zijn door je bewust te zijn van die van jezelf” (T13.VI.1:1). Hoofdstuk 1 zegt het in termen die nog dichter bij de les van vandaag staan:

 

Aangezien jij en je naaste gelijkwaardige leden van één familie zijn, zul je beiden bejegenen zoals je beiden waarneemt. Je dient vanuit de waarneming van jouw eigen heiligheid naar de heiligheid van anderen te kijken (T1.III.6:6-7).

 

Als we onze eigen heiligheid niet herkennen, zullen we de heiligheid van alle scheppingen van God evenmin zien. Wat we waarnemen is immers alleen een weerspiegeling van hoe we onszelf zien. Omgekeerd laat onze waarneming van anderen ons zien hoe we onszelf zien.

Deze les zegt: “In dit idee schuilt de eerste glimp van je werkelijke functie in de wereld, de reden waarom jij hier bent” (1:1). Onze taak wordt eenvoudig, maar met grote diepgang uiteengezet: “Jouw doel is het de wereld via je eigen heiligheid te zien” (1:2).

 

Heb je wel eens iemand ontmoet die je als heel heilig beschouwt? Het meest opvallende aan deze mensen is dat zij iedereen als heilig lijken te zien. Als je in hun buurt bent, voel je je zelf heilig! Ze zien blijkbaar iets in jou wat je zelf niet ziet, maar hun zien maakt het zichtbaar in jou. En dit is precies waarom wij in de wereld zijn, het is precies wat ons allemaal te doen staat. Wij zijn hier om de wereld te zien vanuit onze eigen heiligheid; om de natuurlijke heiligheid zichtbaar te maken in iedereen die we ontmoeten; om hen zodanig waar te nemen dat de macht van onze waarneming hen optilt uit zelftwijfel en zelfhaat naar het bewustzijn van hun eigen grootheid. Wij hebben deze macht!

 

Waar je mijn onwilligheid deelt om vergissingen in jezelf en anderen te accepteren, sluit jij je onvermijdelijk aan bij de grote kruistocht ter correctie daarvan; luister naar mijn stem, leer vergissingen ongedaan te maken en onderneem actie om ze te corrigeren. Het vermogen om wonderen te verrichten behoort jou toe (T1.III.1:6-7).

 

Wie bevrijd is, werkt onvermijdelijk mee aan de bevrijding van zijn broeders, want dat is het plan van de Verzoening (T1.III.3:3).

 

Dit is het plan waardoor wij, gesterkt door de Heilige Geest, de wereld kunnen redden. We bevrijden elkaar door iedereen vanuit onze eigen heiligheid waar te nemen, zodat hun eigen heilige natuur, die lang werd onderdrukt, wordt gewekt en resoneert met onze waarneming.

 

Zo worden jij en de wereld tezamen gezegend. Niemand verliest, er wordt niemand iets ontnomen, iedereen wint bij jouw heilige visie (1:3-4).

 

Ik ben hier om de wereld te zegenen en de boodschap die ik breng is: jij bent heilig! Er is geen verlies, alleen winst. Wat een schitterend vooruitzicht! Het maakt het idee van opoffering ongedaan, omdat het een boodschap van gelijkheid is. We zijn hier om elkaar te erkennen en als we dat doen hebben we ons glorieuze doel bereikt. Elke andere manier om naar de dingen te kijken eist opoffering: ergens moet iemand verliezen. Maar met de visie van Christus kunnen we naar de wereld kijken en verklaren: “Zij zijn allemaal hetzelfde, allen mooi en gelijk in hun heiligheid” (T13.VIII.6:1).

 

“Jouw heiligheid zegent hem door niets van hem te vragen. Wie zichzelf als heel ziet, stelt geen eisen” (2:6-7). Wat is het belangrijk om te leren niets te vragen, niets te eisen! Ben je ooit, al is het maar voor even, samen geweest met iemand die zo compleet was dat hij of zij geen eisen aan je stelde? Die geen behoeften had en jou, openlijk of stilzwijgend, iets aanbood? Die van je hield precies zoals je bent? Is dat niet de onvoorwaardelijke liefde waar we allemaal naar verlangen? Er is een manier om alles te ontvangen wat je wilt hebben, namelijk door het te geven. Het is onze bestemming om dat te doen en we zúllen het uiteindelijk doen, ook al lijkt dat nu nog ver buiten onze mogelijkheden te liggen. Als we ons bewust zijn van onze heiligheid en compleetheid zullen we opstaan en de wereld zegenen.

 

Jouw heiligheid is de verlossing van de wereld. Ze laat je de wereld onderwijzen dat ze één met je is, niet door tegen haar te preken, noch door haar iets te vertellen, maar alleen door jouw stille inzicht dat in jouw heiligheid alle dingen samen met jou gezegend zijn (3:1-2).

Oefeninstructies:

DOEL

De introductie tot je ware functie. Dit is de eerste les die dit thema behandelt. Je bent hier om te zegenen en geen eisen te stellen. Deze zegening betreft allereerst de erkenning van je eigen heiligheid, zodat je ook anderen in hun heilig licht kunt zien. Probeer de oefening van vandaag op deze manier te zien en je bewust te worden van de reden waarom jij hier bent.De introductie tot je ware functie. Dit is de eerste les die dit thema behandelt. Je bent hier om te zegenen en geen eisen te stellen. Deze zegening betreft allereerst de erkenning van je eigen heiligheid, zodat je ook anderen in hun heilig licht kunt zien. Probeer de oefening van vandaag op deze manier te zien en je bewust te worden van de reden waarom jij hier bent.

 

OEFENING

Vier keer, drie tot vijf minuten.

 

• Herhaal het idee ongeveer een minuut lang. Kijk vervolgens om je heen en pas het toe op de voorwerpen die je ziet, terwijl je zegt: “Mijn heiligheid zegent deze stoel, dit raam, dit lichaam”, enzovoort.
• Sluit je ogen en pas het idee toe op elke persoon waar je aan denkt, terwijl je zegt: “Mijn heiligheid zegent jou..... [naam]”.
• Hierna kun je doorgaan met deze oefening of met de eerste, of beide afwisselen.
• Besluit de oefenperiode door met gesloten ogen het idee te herhalen en vervolgens nog een keer met open ogen.

 

HERHALINGEN

Zo vaak mogelijk. Dit kan op twee manieren:

 

1. Herhaal het idee langzaam.
2. Pas het idee in stilte toe op iedereen die je ontmoet, terwijl je zijn of haar naam noemt. Probeer dit echt te doen. Het vereist oplettendheid, maar het is te doen. Je kunt het idee ook toepassen na een ontmoeting.

 

Het Werkboek herhaalt deze oefenvorm in diverse toekomstige lessen, wat aangeeft hoe belangrijk het is. De oefening heeft namelijk de macht om een gewone ontmoeting te veranderen in een heilige ontmoeting.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Wanneer iemand een vijandige reactie in je oproept gebruik het idee dan onmiddellijk: “Mijn heiligheid zegent jou..... [naam]”. Dit zal je heiligheid in je eigen bewustzijn bevestigen, terwijl boosheid deze blokkeert.