Les 194
(13 juli)
Ik leg de toekomst in Gods Handen.
1. Het idee van vandaag zet opnieuw een stap naar een snelle verlossing, en het is zonder meer een reuzenstap! Zo groot is de afstand die hij overbrugt dat hij je vlak voor de Hemel neerzet, met het doel in zicht en de belemmeringen achter je. Je voeten hebben de velden bereikt die jou verwelkomen bij de Hemelpoort, de stille plaats van vrede waar jij met zekerheid de laatste stap van God afwacht. Hoe ver zijn we nu vooruitgegaan, weg van de aarde vandaan! Hoe dicht naderen we ons doel! Hoe kort is de reis die we nog moeten afleggen!
2. Accepteer het idee van vandaag en jij hebt alle angst, alle afgronden van de hel, alle zwarte neerslachtigheid, gedachten aan zonde, en de verwoesting teweeggebracht door schuld, achter je gelaten. Accepteer het idee van vandaag en jij hebt de wereld van alle gevangenschap bevrijd door de zware ketens die de deur naar de vrijheid voor haar afsloten, los te maken. Jij bent verlost, en jouw verlossing wordt zo het geschenk dat jij de wereld schenkt omdat jij hebt ontvangen.
3. Op geen enkel moment wordt neerslachtigheid gevoeld, pijn ervaren of verlies gezien. Op geen enkel moment kan verdriet op een troon worden gezet en trouw worden aanbeden. Ja, op geen enkel moment zelfs kan iemand sterven. En zo is elk moment dat aan God gegeven wordt terwijl het voorbijgaat, met het volgende al aan Hem gegeven, een moment van jouw bevrijding van droefheid en pijn, ja zelfs van de dood.
4. God heeft jouw toekomst in handen zoals Hij jouw verleden en heden in handen heeft. Ze zijn één voor Hem en dus zouden ze voor jou één moeten zijn. Maar in deze wereld lijkt de voortgang van de tijd nog steeds werkelijkheid. En dus wordt jou niet gevraagd het ontbreken van opeenvolging, dat feitelijk in de tijd te vinden is, te begrijpen. Jou wordt alleen gevraagd de toekomst los te laten en in Gods Handen te leggen. En je zult door je ervaring ontdekken dat je het verleden en het heden eveneens in Zijn Handen hebt gelegd, want het verleden zal jou niet meer straffen en angst voor de toekomst zal nu zonder betekenis zijn.
5. Bevrijd de toekomst. Want het verleden is voorbij en dat wat heden is wordt – bevrijd van zijn nalatenschap van ellende en verdriet, van verlies en pijn – het ogenblik waarop de tijd ontsnapt aan de onderworpenheid aan illusies waarbinnen hij zijn meedogenloze, onvermijdelijke koers volgt. Dan wordt elk ogenblik dat slaaf was van de tijd in een heilig ogenblik getransformeerd, wanneer het licht dat in Gods Zoon verborgen werd gehouden, bevrijd wordt om de wereld te zegenen. Nu is hij vrij en al zijn glorie straalt op een wereld die samen met hem is bevrijd om in zijn heiligheid te delen.
6. Als je de les voor vandaag kunt zien als de bevrijding die ze werkelijk is, zul jij niet aarzelen om je zo consequent mogelijk in te zetten om die tot een deel van jou te maken. Naarmate ze de heersende gedachte in je denkgeest wordt, een gewoonte in jouw probleem-oplossend repertoire, een manier om snel op verleidingen te reageren, breid je tot de wereld uit wat jij hebt geleerd. En wanneer jij in alles verlossing leert zien, zal de wereld zien dat ze is verlost.
7. Welke zorg kan hem overvallen die zijn toekomst in Gods liefdevolle Handen legt? Waaraan kan hij lijden? Wat kan hem pijn doen of een ervaring van verlies bezorgen? Wat kan hij vrezen? En wat kan hij anders dan met liefde bezien? Want hij die ontkomen is aan alle angst voor pijn in de toekomst, heeft zijn weg gevonden naar vrede in het nu, en heeft de zekerheid gevonden dat er voor hem wordt gezorgd, een zekerheid die nooit door de wereld kan worden bedreigd. Hij is er zeker van dat ofschoon zijn waarneming onjuist kan zijn, het die nooit aan correctie zal ontbreken. Hij is vrij om opnieuw te kiezen wanneer hij misleid is geweest, om van gedachten te veranderen wanneer hij vergissingen heeft begaan.
8. Leg dan jouw toekomst in Gods Handen. Want zo roep jij de herinnering van Hem op terug te keren, en al je gedachten over zonde en kwaad te vervangen door de waarheid van de liefde. Denk je dat de wereld daar niet bij zou winnen en ieder levend schepsel niet zou reageren met een genezen waarneming? Wie zich aan God toevertrouwt, heeft ook de wereld in die Handen gelegd waartoe hij zichzelf voor troost en veiligheid heeft gewend. Hij legt de ziekelijke illusies van de wereld samen met de zijne terzijde en biedt beide vrede aan.
9. Nu zijn we daadwerkelijk verlost. Want in Gods Handen rusten we onverstoorbaar, er zeker van dat alleen het goede tot ons komen kan. Als we het vergeten, zullen we zachtjes worden gerustgesteld. Als we een niet-vergevende gedachte accepteren, zal die snel door de weerspiegeling van de liefde worden vervangen. En als we in de verleiding komen aan te vallen, zullen we een beroep doen op Hem die waakt over onze rust, om voor ons de keuze te maken die de verleiding ver achter zich laat. De wereld is niet meer onze vijand, want we hebben ervoor gekozen haar vriend te zijn.
Toelichting:
Een van de blokkades die ons verhindert ons Zelf te herinneren is de “angst voor pijn in de toekomst” (7:6). Ook bij het opheffen van deze belemmering is het heilig ogenblik uitermate belangrijk. Alle verwijzingen zoals “op geen enkel moment” (3:1, 3:2, 3:3) en “het ogenblik waarop de tijd ontsnapt aan de onderworpenheid aan illusies” (5:2), zijn verwijzingen naar het heilig ogenblik. In 5:3 wordt het rechtstreeks genoemd: “Dan wordt elk ogenblik dat slaaf was van de tijd in een heilig ogenblik getransformeerd”.
Het idee is eenvoudig: Leg de toekomst in Gods Handen. Toch wordt het weer “een stap naar een snelle verlossing“ genoemd (1:1). (De andere reuzenstappen werden gezet in de lessen 61, 66, 94 en 135). De reuzenstap in deze les zet ons vlak voor de Hemel neer (1:2), waar we alle angst, alle afgronden van de hel, alle zwarte neerslachtigheid en alle gedachten aan zonde en schuld achter ons kunnen laten (2:1).
Hoe kan zo’n eenvoudig idee zo krachtig zijn?
Stel je eens voor hoe je leven en je mentale houding zouden veranderen als je volledig zou weten – niet slechts geloven maar weten – dat je toekomst volledig in de Handen van een liefhebbende God zou liggen. Het is niet moeilijk om te beseffen dat dit al je zorgen, je angst voor de hel, alle depressiviteit, verleiding, en zelfs schuld van je weg zou nemen. In al zijn eenvoud is dit een buitengewoon krachtig idee en de moeite waard om te oefenen.
Ook deze keer wordt niet van ons verwacht dat we van het ene op het andere moment overstappen van een staat van bijna constante angst naar een gezegende staat van vertrouwen in God. Ons wordt gevraagd om te oefenen in het bereiken van momenten van dit vertrouwen:
Jou wordt alleen gevraagd de toekomst los te laten en in Gods Handen te leggen (4:5).
Als we dat doen zullen we begrijpen dat we tevens verleden en heden aan God hebben gegeven. In dat heilig ogenblik zullen we vrij zijn van verdriet en ellende, pijn en verlies. Het licht in ons zal vrij zijn om te schijnen en de wereld te zegenen. Zonder verleden en toekomst kunnen we ons niet depressief voelen, geen pijn ervaren of verlies waarnemen. We kunnen evenmin zorgen hebben en zelfs niet sterven (3:1-3). Alleen ons bewustzijn van verleden en toekomst geeft dergelijke ervaringen de illusie van werkelijkheid; ze bestaan niet in het hier en nu.
Neem bijvoorbeeld verdriet. Verdriet is zo duidelijk gebaseerd op het verleden dat er niet veel uitleg nodig is om te begrijpen dat, wanneer het verleden uit onze denkgeest zou verdwijnen, ook het verdriet zou verdwijnen. Als we herinneringen ophalen aan verloren dierbaren doet hun afwezigheid ons in het heden pijn. Maar toen ze nog wel deel uitmaakten van ons leven, waren er duizenden momenten waarop ze fysiek afwezig waren – maar we waren evengoed gelukkig. Waarom nu dan niet? Verdriet is niets anders dan een wrede mentale truc die we met onszelf uithalen. En de toekomst wordt besmet met dit verdriet, omdat we vooruitdenken aan al die momenten waarop we onze dierbaren zullen missen. Maar die momenten zijn niet het heden. Nogmaals, het is een mentale truc. Verdriet bestaat niet wanneer we volledig aanwezig zijn in het huidige moment, in het heilig ogenblik. Als we leren onze toekomst in Gods Handen te leggen, het ene moment na het andere, zijn we bevrijd.
En zo is elk moment dat aan God gegeven wordt terwijl het voorbijgaat, met het volgende al aan Hem gegeven, een moment van jouw bevrijding van droefheid en pijn, ja zelfs van de dood (3:4).
Er is een gelijkenis met de oefening van gisteren: door aan het eind van elk uur alles te vergeven wat in het afgelopen uur is gebeurd, wordt ook het volgende uur bevrijd. Deze les zegt dat het belangrijk is dat dit “de heersende gedachte in je denkgeest wordt, een gewoonte in jouw probleem-oplossend repertoire, een manier om snel op verleidingen te reageren” (6:2). Daar gaat het om in deze oefeningen: om het ontwikkelen van nieuwe spirituele gewoonten die de patronen van ons verwarde denken doorbreken en ons vrij maken voor nieuwe ervaringen. Hoe vaker we dergelijke ervaringen hebben, des te meer we ze zullen willen, totdat de nieuwe gewoonten onze denkgeest volledig hebben overgenomen.
Oefeninstructies:
DOEL
Aanvaarden van het idee van vandaag, daarmee voorbijgaan aan ontelbare obstakels, en het veld voor de Hemelpoort betreden.
Dit is de laatste reuzenstap van het Werkboek.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Ook vandaag zijn er geen specifieke instructies voor de ochtend- en avondoefening. Je kunt beginnen met het doornemen van de situaties in je leven waar je je zorgen over maakt (WdI.47.4-5), terwijl je bij elke daarvan zegt: “Ik leg de toekomst in Gods Handen”. Doe dit ongeveer tien minuten en besteed de rest van de oefentijd aan een meditatie waarin je onbezorgd rust bij God, in de zekerheid dat alleen het goede naar je toe zal komen.
HERHALINGEN
Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Kijk naar de gebeurtenissen in het afgelopen uur die je nog steeds bedrukken en bevrijd jezelf van die last door te zeggen: “Ik leg de toekomst in Gods Handen”.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Herhaal het idee van vandaag, zodra je in de verleiding komt om van streek te raken. Hiermee doe je een beroep op God om je te helpen deze verleiding los te laten. Als jij de verleiding achter je laat, doet de wereld dat eveneens.
OPMERKING
Wanneer je de waarde van het idee van vandaag werkelijk begrijpt, zul je niet aarzelen om het je eigen te maken, vandaag en voor de rest van je leven. Doe je uiterste best om het tot een vast gedachtenpatroon te maken, “de heersende gedachte in je denkgeest” (6:2), een sleutelbegrip in je “probleem-oplossend repertoire” (6:2).