Les 212

(31 juli)

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

1. (192) Ik heb een functie die God me graag vervullen ziet.

 

Ik zoek de functie die mij bevrijden zal van al de zinloze illusies van de wereld. Alleen de functie mij door God gegeven kan vrijheid brengen. Die alleen zoek ik en die alleen aanvaard ik als de mijne.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.


Toelichting:

Wat is de functie die God mij gegeven heeft? Les 192, die hier herhaald wordt, vertelde me: “Vergeving vertegenwoordigt jouw functie hier”(WdI.192.2:3). Daar moet ik kennelijk aan herinnerd worden. Mijn functie is niet de een of andere carrière of het uitoefenen van een bepaald beroep. Het gaat om de inhoud. De vorm zal zich naar die inhoud voegen, afhankelijk van mijn levensomstandigheden.

 

De inhoud is vergeving. Als ik mezelf afvraag welk beroep ik moet kiezen of welke richting ik uit moet gaan in mijn leven, moet ik mezelf de vraag stellen: hoe geef ik op dit moment het beste vorm aan vergeving? Of nog beter: laat ik die vraag aan de Heilige Geest stellen.

 

Het uitoefenen van een beroep neemt het grootste deel van mijn leven in beslag. Hoe kan ik het grootste deel van mijn leven in beslag laten nemen door vergeving? Hoe kan ik het beste naar illusies kijken om ze te zien verdwijnen? Hoe kan ik mezelf en anderen het beste helpen om alle schuld los te laten? Hoe kan ik in deze wereld het beste liefde uitdrukken?

 

Op dit moment werk ik als schrijver, maar dat is niet mijn functie. Het is alleen het middel om mijn functie – vergeven – uit te drukken. Deze functie heeft God aan ons allen gegeven. De vorm kan veranderen of verdwijnen, maar de functie blijft onveranderd. Enkele jaren geleden werkte ik als computeradviseur, omdat ik mijn functie toen het beste op die manier kon vervullen. Na verloop van tijd veranderde de vorm, maar niet de inhoud.

 

Laat ik mijn functie dus niet zoeken in de vorm, maar altijd in de inhoud. Deze inhoud is vergeving, liefde aan de wereld geven en haar bevrijden van schuld en illusies. Geen enkele vorm kan dat bewerkstelligen, omdat elke vorm zelf deel is van de illusie. Het enige wat ik zoek en waar ik aanspraak op maak is de functie die God me gegeven heeft, niet een beroep, bezigheid of situatie. Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Ik ben vormloos en daarom aan geen enkele vorm gebonden.


Oefeninstructies:

OEFENING

Zorgvuldig herhalen van de laatste twintig lessen, zodat je in een versneld tempo de weg naar God kunt gaan. Met deze laatste herhaling wordt Deel I van het Werkboek afgesloten.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds minimaal vijftien minuten. Gedurende deze oefenperioden kun je een Open Mind meditatie doen. De uitgebreide instructies hiervoor vind je na de Inleiding herhaling VI.

 

  • Begin met het herhalen van het centrale thema: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.

 

  • Herhaal vervolgens het idee van de dag en eventueel de cursief gedrukte zinnen daaronder, die bedoeld zijn als hulp bij het oefenen (WdI.hVI.In.6:5).

 

  • Sluit dan je ogen en laat alle mentale rommel en overtuigingen over jezelf en de wereld los. Breng en houd je denkgeest in stille gereedheid om de ervaring van God te ontvangen. Gebruik geen woorden. Wacht alleen maar stil en verwachtingsvol op die ervaring. Vertrouw op de Heilige Geest, in plaats van op woorden. Geef je oefentijd aan Hem en stel je open voor Zijn leiding, waardoor je meditatie misschien in een onverwachte richting wordt geleid.

 

  • Wanneer een afleidende gedachte opkomt – wat ongetwijfeld regelmatig zal gebeuren – zeg dan onmiddellijk: “Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... (WdI.hVI.In.6:2) herhaal het idee van de dag : "Ik heb een functie die God me graag vervullen ziet". Dit is waarschijnlijk de meest effectieve manier die het Werkboek aanreikt om afdwalende gedachten te verdrijven.

 

  • Besluit je oefening door nogmaals te herhalen: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal het idee van de dag en het centrale thema. Maak je denkgeest dan voor een moment leeg en wacht in stilte op de vrede van God.

 

Herhaal ook tussendoor zo vaak mogelijk het idee van de dag en het centrale thema.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in onvrede dreigt te raken, bevestig dan onmiddellijk je vrijheid door te zeggen:Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... herhaal het idee van de dag : "Ik heb een functie die God me graag vervullen ziet".

 

OPMERKING

De voorafgaande achtenveertig lessen hebben ons getraind in een basis-oefenvorm, die bestaat uit een langere oefenperiode ’s morgens en ’s avonds en een herhaling op elk heel uur. Wat daarbij ontbrak waren de regelmatige herhalingen tussendoor, waaraan daarvóór zoveel belang werd gehecht. Nu worden deze frequente herhalingen weer aan de instructies toegevoegd, zodat we, ter voorbereiding op Deel II, beschikken over de complete viervoudige oefenstructuur: ‘s morgens en ’s avonds stille tijd, op elk heel uur een herhaling, frequente herhalingen tussendoor en antwoord op verleidingen.

 

In deze laatste herhaling worden tijdens de oefensessies geen woorden meer gebruikt. We herhalen het idee van de dag en het centrale thema en worden dan stil, zonder woorden en gedachten. Dit helpt ons om “in een hoger tempo en langs een korter pad te komen tot de vrede en sereniteit van God” (WdI.hVI.In.4:2). Het helpt ons ook om ons voor te bereiden op de vormloosheid van Deel II.

 

Het is mogelijk dat God tot ons komt in de gedaante van de Heilige Geest, die ons inspireert om op een speciale manier te oefenen. Hij kan ons ook, zoals de laatste lessen zeggen, een woord of een gedachte geven om ons te helpen, of alleen maar stilheid en een rustige, open denkgeest (WdII.361-365.1:3). Als Hij ons naar een bepaalde oefenvorm leidt is dat prima. Anders wachten we in stilte. In overeenstemming met dit vertrouwen in de Heilige Geest vraagt Jezus ons elke oefenperiode in Zijn Handen te leggen en deze volledige herhaling aan Hem te wijden.