Les 197
(16 juli)
Ik kan alleen maar mijn eigen dankbaarheid oogsten.
1. Hier is de tweede stap die we zetten om je denkgeest te verlossen van het geloof in een kracht van buitenaf die zich met de jouwe wil meten. Je doet pogingen tot vriendelijkheid en vergeving. Toch verander je die weer in een aanval, als jij geen uiterlijke erkentelijkheid en overvloedige dankbetuigingen krijgt. Je geschenken moeten met ere worden ontvangen, anders worden ze teruggenomen. En dus denk je dat Gods gaven op z’n best leningen zijn, op z’n slechtst misleidingen die je van je verdedigingen zullen beroven om te garanderen dat wanneer Hij toeslaat Hij zeker zal doden.
2. Hoe gemakkelijk worden God en schuld verward door hen die niet weten wat hun gedachten kunnen doen. Ontken je kracht, en zwakheid moet wel verlossing voor je worden. Zie jezelf als gevangen, en tralies worden je thuis. Evenmin zul je de gevangenis verlaten of aanspraak maken op je kracht zolang schuld en verlossing nog als één worden gezien, en vrijheid en verlossing niet als verbonden worden beschouwd, met aan hun zijde kracht, die gezocht en opgeëist, en gevonden en volledig kan worden erkend.
3. De wereld moet jou dankbaar zijn wanneer je haar bevrijding schenkt van jouw illusies. Maar jouw dank komt ook jou toe, want haar bevrijding kan alleen de jouwe weerspiegelen. Jouw dankbaarheid is alles wat jouw geschenken nodig hebben om de blijvende gift te zijn van een dankbaar hart dat voor altijd bevrijd is uit de hel. Zou je dit ongedaan willen maken door je geschenken terug te nemen omdat ze geen eer werden aangedaan? Jij bent het die ze eer aandoet en ze op een gepaste wijze dank betuigt, want jij bent het die de geschenken ontvangen heeft.
4. Het geeft niet of een ander jouw geschenken onwaardig vindt. Er is in zijn denkgeest een deel dat samen met de jouwe dankzegt aan jou. Het geeft niet of jouw geschenken verloren en vruchteloos lijken. Ze zijn ontvangen waar ze gegeven zijn. In jouw dankbaarheid worden ze universeel aanvaard en dankbaar erkend door het Hart van God Zelf. En zou jij ze willen terugnemen, wanneer Hij ze dankbaar heeft aanvaard?
5. God zegent elk geschenk dat jij Hem geeft, en elk geschenk wordt Hem gegeven, want het kan alleen worden gegeven aan jouzelf. En wat God toebehoort, moet wel het Zijne zijn. Maar je zult nooit beseffen dat Zijn gaven zeker zijn, eeuwig, onveranderlijk en onbeperkt, en eeuwig uitdelen, liefde uitbreiden en jouw altijddurende vreugde vergroten, zolang jij slechts vergeeft om weer aan te vallen.
6. Neem de geschenken die je geeft terug, en je zult denken dat wat jou gegeven is, teruggenomen werd. Maar leer vergeving de zonden te laten wegnemen die jij buiten jezelf denkt te zien, en je kunt nooit denken dat de gaven van God slechts voor een poosje geleend worden, voor Hij ze weer weggrist in de dood. Want de dood zal dan geen betekenis meer hebben voor jou.
7. En met het eind van dit geloof is angst voorgoed voorbij. Dank jouw Zelf hiervoor, want Hij is alleen dankbaar jegens God, en Hij dankt Zichzelf voor jou. Tot ieder die leeft zal Christus uiteindelijk komen, want ieder moet leven en bewegen in Hem. Zijn Wezen is in Zijn Vader zeker, want Hun Wil is Eén. Hun dankbaarheid jegens alles wat Zij geschapen hebben kent geen eind, want dankbaarheid blijft altijd deel van liefde.
8. Dank aan jou, de heilige Zoon van God. Want zoals jij werd geschapen bevat jij alles in jouw Zelf. En jij bent nog steeds zoals God jou geschapen heeft. Ook kun je het licht van jouw volmaaktheid niet verzwakken. In jouw hart is het Hart van God gelegd. Jij bent Hem dierbaar, omdat jij Hemzelf bent. Alle dankbaarheid behoort jou toe, om wat jij bent.
9. Zeg dank, zoals jij dank ontvangt. Wees vrij van alle ondankbaarheid jegens wie ook die jouw Zelf compleet maakt. En van dit Zelf is niemand buitengesloten. Zeg dank voor alle talloze kanalen die dit Zelf uitbreiden. Alles wat jij doet wordt Hem gegeven. Alles wat jij denkt, kunnen louter Zijn Gedachten zijn, omdat je met Hem de heilige Gedachten van God deelt. Oogst nu de dankbaarheid die jij jezelf hebt ontzegd toen je de functie die God jou gegeven heeft vergat. Maar denk nooit dat Hij ooit opgehouden is jou te danken.
Toelichting:
Deze les definieert zichzelf als de tweede stap (1:1) om onze denkgeest te bevrijden van het geloof dat uiterlijke machten tegen ons zijn. De les van gisteren was de eerste stap (WdI.196.4:1-2). Die les leerde ons dat onze aanvallen altijd op onszelf zijn gericht en dat de aanvallen die van buiten lijken te komen in werkelijkheid afkomstig zijn van onze eigen denkgeest. Met andere woorden: het is onmogelijk om gekwetst te worden, behalve door onze eigen gedachten (WdI.196.8:3).
De les van vandaag behandelt de andere kant van de medaille: dankbaarheid. Misschien begrijpen we inmiddels wel dat we onszelf aanvallen, maar nog niet dat elke dank die we ontvangen eveneens van onszelf afkomstig is en niet van de een of andere macht buiten onszelf.
Ik herinner me een workshop van Ken Wapnick, die ik samen met een vriend bijwoonde. Ken sprak over onze reactie op kritiek en (vermeende) aanvallen van mensen die dicht bij ons staan. Zijn advies was eraan te denken dat een dergelijke aanval alleen maar het ego van de ander is, dat reageert op zijn waarneming van ons ego. “Vat het niet persoonlijk op”, luidde zijn advies.
De volgende dag legde mijn vriend een persoonlijke kwestie aan Ken voor. Hij was net begonnen met het begeleiden van groepen in het leren van helingstechnieken en had daar al veel complimenten voor gekregen. Hij was bang dat al die lof (of dankbaarheid) hem naar het hoofd zou stijgen. Ik zal Kens’ advies nooit vergeten: “Vat het niet persoonlijk op!”...
Terwijl sommigen van ons problemen hebben met het ontvangen van dankbaarheid, hebben we nog meer problemen met het niet ontvangen daarvan. Elke Cursusstudent kent de ervaring van het geven van liefde, vriendelijkheid en vergeving, die afgewezen worden of zelfs tegen je worden gebruikt. Deze les leert ons hoe we in zulke situaties moeten reageren: het gaat er om vriendelijkheid en liefde te uiten en onze geschenken te geven zonder enige gehechtheid aan de reactie van de ander. Alle dankbaarheid die we nodig hebben, zegt deze les, is die van onszelf, voor de kans om te geven en te vergeven! Dankbaarheid komt evenmin van buitenaf als aanval. Als we dit niet begrijpen zullen we, wanneer iemand onze geschenken afwijst, reageren door deze weer terug te nemen. “Ik heb mijn best gedaan om je te vergeven en je fouten over het hoofd te zien, maar als je zo reageert bekijk je het maar!”. Onze poging tot vriendelijkheid is weer veranderd in een aanval. (1:2-3).
Deze les zegt: “Het geeft niet of een ander jouw geschenken onwaardig vindt” (4:1). Met andere woorden: als we geven, laten we ons dan niet bezighouden met de reactie van de anderen en met de vraag of ze wel of niet dankbaar zijn. Ons geschenk aan hen is een geschenk aan onszelf en onze eigen dankbaarheid voor wat we gegeven hebben is alles wat we nodig hebben. Als we onze geschenken terugnemen, nemen we ze weg van onszelf. Ik ben de enige die dankbaar moet zijn voor het geschenk dat ik heb gegeven, want ik ben degene die het ontvangen heeft (3:5).
Om ons te helpen begrijpen waarom uiterlijke dankbaarheid niet nodig is, legt Jezus in deze les uit dat een deel van de denkgeest van de ander dankbaar is, zelfs wanneer dit niet wordt getoond (4:2). De juist gerichte denkgeest van de ander is jou zeer erkentelijk voor je geschenk, en ontvangt het onder dankzegging. Het geschenk wordt bewaard totdat hij klaar is om het te ontvangen. Het Handboek voor leraren zegt het als volgt:
Geen enkele leraar van God zou zich teleurgesteld moeten voelen als hij genezing heeft aangeboden en deze schijnbaar niet ontvangen is. Het is niet aan hem te beoordelen wanneer zijn geschenk aanvaard zou moeten worden. Laat hij er zeker van zijn dat het ontvangen is, en erop vertrouwen dat het zal worden aanvaard zodra het als een zegen en niet als een vloek wordt gezien. Het is niet de functie van Gods leraren om het resultaat van hun geschenken te beoordelen. Het is slechts hun functie ze te geven (H6.2:7-3:2).
Oefeninstructies:
DOEL
Beseffen van de waarheid van het idee van vandaag: dat je geen zichtbare dankbaarheid van anderen nodig hebt; dat je eigen dankbaarheid voor je geschenken voldoende is.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
In deze les ligt de focus op de dankbaarheid voor de geschenken die je anderen geeft, vooral het geschenk van vergeving. Vaak, zegt de les, neem je je geschenken van liefde en vergeving weer terug als deze niet met “uiterlijke erkentelijkheid en overvloedige dankbetuigingen” (1:3) worden ontvangen. Als je in de verleiding bent je liefde terug te trekken, realiseer je dan dat jouw eigen dankbaarheid alles is wat je nodig hebt (3:3). Je hebt alle redenen om dankbaar te zijn, want jouw geschenken zijn aan jezelf gegeven.
Herinner jezelf er eveneens aan dat je broeder jou, ergens diep in zijn denkgeest, dankbaar is. En realiseer je dat God Zelf jouw geschenken heeft ontvangen en deze dankbaar erkent. Wees dus dankbaar jegens je broeders, in plaats van je geschenken terug te nemen. Wees dankbaar voor wat ze zijn, voor het feit dat ze, als deel van jouw Zelf, dit Zelf compleet maken.
Hoe kun je deze ideeën gebruiken tijdens je beoefening? Doorzoek je denkgeest op de keren dat je vond dat een ander niet dankbaar genoeg was. Herhaal bij elk ervan het idee van vandaag, terwijl je je realiseert dat je eigen dankbaarheid alles is wat je nodig hebt en dat je, door je geschenk terug te nemen, het afpakt van jezelf. Vervang vervolgens je ondankbaarheid door dankbaarheid jegens jezelf en je broeder, omdat hij deel is van jouw Zelf.
Nadat je op deze manier geoefend hebt, kun je de rest van de oefenperiode het beste doorbrengen in meditatie.
HERHALINGEN
Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Doorzoek je denkgeest op gebeurtenissen in het afgelopen uur waarin je, in jouw beleving, te weinig dank ontving. Laat dit los door het idee van vandaag te herhalen. Realiseer je dat je deze situaties nu het geschenk van liefde kunt geven en dat de enige dankbaarheid die je nodig hebt, die van jezelf is.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Herhaal het idee zodra je boosheid voelt omdat een ander niet dankbaar genoeg is jegens jou, terwijl je je realiseert dat je geschenken door jezelf ontvangen worden en dat je eigen dankbaarheid dus voldoende is.