Les 216

(4 augustus)

Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen.

 

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

 

 

"Vrij van de kruisiging"

 

Ik ben niet wat mijn ogen zien,
niet het lichaam dat verdwijnt.
Niet de angst die mij verlamt,
niet de pijn die in mij schuilt.

 

Mijn ketenen zijn gedachten,
angst, schuld en strijd,
maar niets houdt mij werkelijk vast,
behalve wat ik zelf geloof.

 

Geen ander heeft mij gebonden,
geen wereld heeft mij klein gemaakt.
Alleen ik kan de spijkers slaan,
maar net zo goed de spijkers laten liggen.

 

Vandaag kies ik opnieuw,
niet voor lijden, niet voor schuld.
Ik ben vrij.
Zoals ik altijd was.

 

.

Uitleg en Commentaar op Les 216 en 196:

"Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen."

 

Deze lessen uit Een Cursus in Wonderen (ECIW) bieden een diepgaand spiritueel inzicht in de aard van het zelf en bevrijding van lijden. Laten we deze lessen stap voor stap analyseren en hun kernboodschap verkennen.

 

Les 216: "Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij."

Deze les is een herhaling van een fundamenteel principe uit Een Cursus in Wonderen: de ware identiteit van de mens overstijgt het fysieke lichaam.

  • "Ik ben niet een lichaam."
    Dit staat haaks op onze gebruikelijke ervaring. In de wereld lijken we een lichaam te zijn, onderhevig aan ouderdom, pijn en dood. Maar volgens ECIW is dit een illusie, een vergissing van de denkgeest die zich vereenzelvigd heeft met het lichaam en de wereld van vorm.

  • "Ik ben vrij."
    Werkelijke vrijheid komt voort uit de erkenning dat we geen lichaam zijn. Vrijheid in deze context betekent bevrijding van de ketenen van angst, schuld en vergankelijkheid.

  • "Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij."
    Dit verwijst naar het onveranderlijke en eeuwige karakter van ons ware zelf. Volgens ECIW heeft God ons als geest geschapen: puur, onschuldig en in eeuwige vrede. Deze waarheid kan nooit worden aangetast door wereldse ervaringen.

 

Les 196: "Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen."

Deze les sluit direct aan bij les 216 en benadrukt dat alle pijn en lijden uiteindelijk zelf toegebracht is.

  • "Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen."
    Dit is een radicale stelling die impliceert dat niemand anders verantwoordelijk is voor ons lijden. Alles wat we ervaren, inclusief schuld, woede en angst, komt voort uit onze eigen denkgeest.

  • De illusie van slachtofferschap
    In het dagelijks leven geven we anderen of de omstandigheden vaak de schuld van ons lijden. Maar ECIW leert dat elke vorm van pijn voortkomt uit een keuze van de denkgeest. We ‘kruisigen’ onszelf door vast te houden aan het ego en de illusie van afscheiding.

  • Bevrijding door vergeving
    De enige uitweg is vergeving. Niet in de traditionele zin van "ik vergeef jou omdat je mij iets hebt aangedaan", maar in de zin van het erkennen dat er in waarheid nooit iets is gebeurd dat onze werkelijke staat van vrede en eenheid kan beïnvloeden.

Samenvatting en samenhang tussen beide lessen

Les 216 herinnert ons eraan dat we geen lichaam zijn en dus vrij zijn van de beperkingen van de fysieke wereld. Les 196 laat zien hoe we onszelf gevangen houden in lijden door vast te houden aan het ego en de overtuiging dat we slachtoffers zijn. Samen nodigen deze lessen ons uit om onze ware identiteit te herinneren en onszelf te bevrijden door een verschuiving in onze denkgeest.

 

 

 

Verdieping en toepassingen op Les 216 en 196:

"Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen."

 

Deze lessen bieden een diepgaande verschuiving in ons denken, maar hoe passen we deze inzichten praktisch toe? Laten we eerst verder ingaan op de concepten en vervolgens bekijken hoe we ze in het dagelijks leven kunnen integreren.

Verdieping: Wat betekenen deze lessen werkelijk?

 

1. Ik ben niet een lichaam. Wat ben ik dan?

De identificatie met het lichaam is een van de sterkste overtuigingen van het ego. We ervaren onszelf als een fysiek wezen, dat wordt geboren, leeft en sterft. Dit idee brengt angst met zich mee, want als we ons lichaam verliezen, verliezen we onszelf — althans, dat is de illusie.

Maar volgens Een Cursus in Wonderen zijn we geen lichaam, maar een denkgeest: een spiritueel bewustzijn dat niet afhankelijk is van tijd, ruimte of vorm. We zijn eeuwig, onveranderlijk en één met God.

Toepassing in het dagelijks leven:

  • Herinner jezelf regelmatig aan de les: "Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij." Dit helpt om niet te reageren vanuit angst of identificatie met fysieke pijn of beperking.
  • Observeer je gedachten over je lichaam. Merk je dat je jezelf beoordeelt op basis van uiterlijk, prestaties of gezondheid? Besef dat deze gedachten niet over je ware zelf gaan.
  • In momenten van stress of ziekte, zeg tegen jezelf: "Mijn lichaam kan veranderen, maar ik blijf zoals God mij schiep."

2. Ik kruisig alleen mijzelf: De kracht van verantwoordelijkheid

Les 196 stelt dat alle pijn en lijden zelf toegebracht is. Dit betekent niet dat we ‘schuld’ moeten voelen, maar dat we erkennen dat onze ervaring voortkomt uit onze interpretaties en overtuigingen.

Praktische toepassing:

  • Herken slachtofferschap: Vraag jezelf in moeilijke situaties af: “Zie ik mezelf als slachtoffer? Geloof ik dat iets buiten mij verantwoordelijk is voor mijn lijden?”
  • Vergeving als bevrijding: In plaats van anderen de schuld te geven, kun je oefenen met het loslaten van oordelen. Een zin die helpt is: "Ik kan de betekenis die ik hieraan geef, veranderen."
  • Bewust kiezen: Als je merkt dat je boos, verdrietig of gefrustreerd bent, zeg dan: "Dit is een keuze van mijn denkgeest. Wil ik deze pijn vasthouden of laat ik het los?"

Hoe integreren we deze lessen in het dagelijks leven?

1. Meditatie en reflectie
Neem dagelijks een moment om stil te zijn en de kernboodschap te herhalen:
"Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij."
Door dit in stilte te herhalen, begin je de woorden niet alleen te begrijpen, maar ook te voelen.

2. Bewustwording van de macht van de denkgeest
Realiseer je dat jij de denker van je gedachten bent. Niemand buiten jou kan bepalen hoe jij je voelt — alleen jij kiest hoe je iets ervaart.

3. De illusie van het lichaam doorbreken
Dit betekent niet dat je je lichaam negeert of er niet voor zorgt, maar dat je inziet dat het niet bepaalt wie je bent. Zie ziekte, veroudering en fysieke beperkingen niet als een aanval op je ware zelf, maar als iets wat de denkgeest kan overstijgen.

4. Relaties anders bekijken
Als iemand jou kwetst of boos maakt, besef dan dat het niet echt om die persoon gaat. Het is een spiegel van iets in jou dat geheeld mag worden. Vraag jezelf: "Wil ik de illusie van aanval in stand houden, of kies ik voor vrede?"

Slotgedachte: Bevrijding begint in de denkgeest

Les 216 en 196 laten ons zien dat ware bevrijding niet van buiten komt, maar van binnenuit. Door te erkennen dat wij geen lichaam zijn en dat al het lijden voortkomt uit onze eigen overtuigingen, kunnen we een staat van innerlijke vrede bereiken die losstaat van de wereld om ons heen.

De keuze ligt altijd bij ons: blijven we vastzitten in de illusie, of bevrijden we onszelf door een nieuwe manier van zien?

“Vandaag kies ik voor vrijheid. Vandaag herinner ik me wie ik werkelijk ben.”