Les 206
(25 juli)
De verlossing van de wereld hangt van mij af.
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
"Wie ben ik?"
Ik ben geen lichaam.
Mijn handen, mijn ogen, mijn stem
zijn niet wie ik werkelijk ben.
Ik adem de lucht van vrijheid,
voel geen ketenen van tijd.
De wereld komt en gaat,
maar ik blijf.
God schiep mij zoals ik ben:
licht, grenzeloos en vrij.
Ik draag de sleutel tot verlossing,
voor mij, voor jou, voor allen.
Uitleg en Commentaar op Les 206 en 186:
"De verlossing van de wereld hangt van mij af."
Deze les in Een Cursus in Wonderen (ECIW) is een herhaling van les 186 en richt zich op het besef dat we geen lichaam zijn, maar vrije, eeuwige geestelijke wezens zoals God ons heeft geschapen. Dit idee staat haaks op de wereldse perceptie, waarin we ons vaak identificeren met ons lichaam, onze gedachten en onze emoties.
Diepere betekenis van de kernpunten van de les
-
"Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij."
Dit benadrukt dat onze ware natuur niet beperkt wordt door het fysieke lichaam. Het lichaam is slechts een instrument binnen de droom van de wereld, maar het definieert ons niet. Vrijheid betekent hier spirituele vrijheid—een bevrijding van angst, pijn en ego-illusies. -
"Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij."
Dit verwijst naar de onveranderlijkheid van onze ware essentie. Waar het ego constant in verandering is — reagerend op situaties, emoties en angsten — is onze werkelijke natuur tijdloos, ongeschonden en volledig liefdevol, net als de Goddelijke Bron waaruit we voortkomen. -
Herhaling van les 186: "De verlossing van de wereld hangt van mij af."
Dit kan als een grote verantwoordelijkheid voelen, maar betekent niet dat we persoonlijk de wereld moeten redden in een fysieke of activistisch-zichtbare manier. Het wijst op de kracht van innerlijke transformatie. Wanneer wij onze denkgeest corrigeren en de waarheid accepteren, beïnvloeden we het collectieve bewustzijn en helpen we de wereld ontwaken uit de droom van afscheiding.
Praktische toepassing in het dagelijks leven
- Identificatie met de geest, niet met het lichaam:
Als je merkt dat je jezelf definieert aan de hand van je lichaam (bijvoorbeeld via pijn, uiterlijk of leeftijd), herinner jezelf eraan dat dit slechts een tijdelijk voertuig is, niet jouw ware zelf. - Vergeving als sleutel tot bevrijding:
Omdat het ego gehecht is aan afscheiding en oordelen, kunnen we de wereld helpen door vergeving en liefde te beoefenen. Dit betekent anderen en onszelf zien zoals we werkelijk zijn: onschuldige en heilige wezens. - Bewustwording van gedachten:
Elke keer dat we angst, boosheid of oordeel voelen, kunnen we ons herinneren: "Ik ben niet een lichaam, ik ben vrij." Dit opent de deur naar een diepere vrede.
Verdieping en toepassingen op Les 186 en 206 :
"De verlossing van de wereld hangt van mij af."
Les 206 uit Een Cursus in Wonderen herinnert ons eraan dat we niet ons lichaam zijn, maar eeuwige, vrije wezens. Dit idee kan abstract en zelfs radicaal lijken, omdat we in de wereld zo sterk geconditioneerd zijn om ons te identificeren met ons lichaam en alles wat daarmee samenhangt — onze gezondheid, uiterlijk, beperkingen en zintuiglijke ervaringen. Laten we dieper ingaan op de betekenis en praktische toepassingen van deze les.
1. Verdieping: Wat betekent "Ik ben niet een lichaam"?
De uitspraak "Ik ben niet een lichaam" betekent niet dat we ons lichaam moeten negeren of ontkennen. Het lichaam is een tijdelijk hulpmiddel in deze wereld, maar het is niet onze essentie. Onze ware aard is geest: tijdloos, vrij en onveranderlijk.
- Het lichaam als communicatiemiddel
In Een Cursus in Wonderen wordt het lichaam beschreven als een instrument voor communicatie, niet als ons ware Zelf. Wanneer we het ego volgen, gebruiken we het lichaam om ons te verdedigen, te scheiden en onszelf te identificeren met lijden of genot. Wanneer we ons leiden door liefde en vergeving, wordt het lichaam een middel om vrede en waarheid uit te dragen.
- Waarom voelen we ons zo sterk verbonden met ons lichaam?
Het ego voedt zich met de overtuiging dat we een lichaam zijn, omdat dit de afscheiding van God in stand houdt. We hechten ons aan het lichaam door middel van:
- Pijn en ziekte: Het lichaam lijkt ons te bevestigen dat we kwetsbaar en sterfelijk zijn.
- Uiterlijk en identiteit: We definiëren onszelf vaak aan de hand van leeftijd, geslacht, gezondheid, of aantrekkelijkheid.
- Angst voor verlies: De dood wordt gezien als het ultieme bewijs dat we slechts een lichaam zijn.
Maar de waarheid is dat we oneindige geest zijn, die tijdelijk een lichaam ervaart.
2. Wat betekent "Ik ben vrij"?
Vrijheid in spirituele zin betekent bevrijding van angst, schuld en de illusies van het ego. Het betekent niet dat we vrij zijn om te doen wat we willen in de wereld, maar dat we vrij zijn van de overtuiging dat we beperkt zijn tot een fysiek bestaan.
Waar ervaren we onvrijheid?
- Door het verleden: We voelen ons vastgehouden door oude trauma’s, fouten of spijt.
- Door oordelen: Wanneer we anderen of onszelf veroordelen, ketenen we ons aan het ego.
- Door angst voor de toekomst: We maken ons zorgen over wat er kan gebeuren, terwijl vrijheid alleen in het nu bestaat.
Werkelijke vrijheid ontstaat wanneer we onze ware natuur herinneren. Dit betekent dat we ons losmaken van identificatie met het lichaam en kiezen voor de liefdevolle visie van de Heilige Geest.
3. De link met les 186: "De verlossing van de wereld hangt van mij af"
Op het eerste gezicht lijkt deze zin een zware last, alsof de hele wereld afhankelijk is van wat wij doen. Maar in werkelijkheid betekent het iets anders: mijn innerlijke keuze om de waarheid te aanvaarden heeft invloed op de hele wereld.
Omdat we allemaal één zijn, draagt iedere stap die we zetten richting liefde en vergeving bij aan de bevrijding van het collectieve bewustzijn. Dit betekent dat:
- Wanneer jij vergeving beoefent, je niet alleen jezelf, maar de hele wereld helpt.
- Wanneer jij liefde kiest boven angst, je een voorbeeld bent voor anderen.
- Wanneer jij je ware Zelf herkent, je een bron van licht wordt die anderen inspireert.
Het is niet onze taak om de wereld fysiek te "redden", maar om innerlijk te ontwaken. Dit heeft een veel grotere impact dan we kunnen beseffen.
4. Toepassingen in het dagelijks leven
A. Bewustwording van het lichaam als een hulpmiddel, niet als identiteit
- Merk op hoe vaak je denkt in termen van "ik ben mijn lichaam" (bv. "Ik ben te moe", "Ik ben niet mooi genoeg").
- Herinner jezelf eraan: "Ik ben geen lichaam, ik ben vrij."
- Gebruik je lichaam om liefde uit te stralen, bijvoorbeeld door een glimlach, een helpende hand of een bemoedigend woord.
B. Vrijheid in de praktijk: loslaten van angst en schuld
- Als je je beperkt voelt door omstandigheden, vraag jezelf dan af:
Is dit een beperking van mijn lichaam, of een illusie van mijn denkgeest? - Kies ervoor om niet vast te houden aan zelfverwijt of oordeel.
- Vergeef iemand vandaag, en ervaar hoe bevrijdend dat voelt.
C. Hoe jij bijdraagt aan de verlossing van de wereld
- Zie elke situatie als een kans om te kiezen tussen liefde of angst.
- Als je geconfronteerd wordt met negativiteit, vraag jezelf af:
Wil ik reageren vanuit mijn ego of vanuit mijn ware Zelf? - Herinner jezelf eraan dat jouw denkgeest een verschil maakt in het collectieve bewustzijn.
"Ik herinner mijzelf"
Ik dacht dat ik dit lichaam was.
De pijn, de vermoeidheid, de jaren —
ze leken mij te definiëren.
Maar ik ben licht.
Een stille ruimte, vrij van angst.
Ik ben niet gebonden aan vorm,
niet onderworpen aan tijd.
Vandaag kies ik opnieuw.
Vandaag laat ik los.
Vandaag herinner ik mijzelf.
Conclusie
Les 206 is een oproep tot ontwaken. We zijn niet beperkt door ons lichaam, ons verleden of onze angsten. De vrijheid waar Een Cursus in Wonderen over spreekt, is een innerlijke vrijheid — een keuze om onszelf te herkennen als wat we werkelijk zijn: geest, liefde, eeuwig vrij.
En omdat wij allemaal verbonden zijn, draagt iedere stap richting waarheid bij aan de verlossing van de wereld.